Plum Bloom
Registered User
In zijn column steekt Bert Wagendorp de draak met de zorgen van de spoedeisende hulp naar aanleiding van de te verwachten slachtoffers als gevolg van de aanstaande sneeuwpret. Dit schamperen staat in schril contrast met het begrip, ook in deze krant, voor de argumentatie waarmee het kabinet het aanvullende vuurwerkverbod onderbouwde.
In de Kamerbrief waarin het verbod werd aangekondigd, was het ontzien van de overbelaste zorg het enige argument. Dit aanvullende vuurwerkverbod zou in totaal circa 150 slachtoffers op de SEH’s schelen in vergelijking met het jaar daarvoor. Pijlen en knallers, goed voor 60 procent van de slachtoffers, waren immers eerder in 2020 al verboden.
In een pilotstudie van twee Haagse SEH’s naar botbreuken tijdens de sneeuwperiode in 2013, bleek het aantal te verdubbelen. Het percentage ziekenhuisopnames volgend op de behandeling op de SEH, was vergelijkbaar met dat van de vuurwerkslachtoffers. Extrapolerend naar één dag sneeuw en ijs in heel Nederland, zou alleen al het aantal extra botbreuken een veelvoud zijn van het aantal vermeden slachtoffers van het vuurwerkverbod. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de extra aantallen hersenschuddingen en snijwonden, waarmee de SEH’s ook werden *belast.
De Haagse onderzoekers schrijven onder andere: ‘De toename van patiënten die een SEH bezoeken gedurende een relatief korte periode doet denken aan een ‘grootschalig incident’ of ‘ramp’.’
Naar verwachting zal de komende dagen het aantal vermijdbare slachtoffers van de sneeuwpret een veelvoud zijn van het aantal vermijdbare vuurwerkslachtoffers. Ik pleit niet voor een uitgaansverbod. Integendeel.
Ik pleit wel voor meer consistentie in de morele verontwaardiging. Maar vooral maak ik met terugwerkende kracht bezwaar tegen de schijnheilige, selectieve argumentatie van het willen ontzien van de zorg om het aanvullende vuurwerkverbod er door te drukken.
Patrick Laurens, Utrecht
In de Kamerbrief waarin het verbod werd aangekondigd, was het ontzien van de overbelaste zorg het enige argument. Dit aanvullende vuurwerkverbod zou in totaal circa 150 slachtoffers op de SEH’s schelen in vergelijking met het jaar daarvoor. Pijlen en knallers, goed voor 60 procent van de slachtoffers, waren immers eerder in 2020 al verboden.
In een pilotstudie van twee Haagse SEH’s naar botbreuken tijdens de sneeuwperiode in 2013, bleek het aantal te verdubbelen. Het percentage ziekenhuisopnames volgend op de behandeling op de SEH, was vergelijkbaar met dat van de vuurwerkslachtoffers. Extrapolerend naar één dag sneeuw en ijs in heel Nederland, zou alleen al het aantal extra botbreuken een veelvoud zijn van het aantal vermeden slachtoffers van het vuurwerkverbod. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de extra aantallen hersenschuddingen en snijwonden, waarmee de SEH’s ook werden *belast.
De Haagse onderzoekers schrijven onder andere: ‘De toename van patiënten die een SEH bezoeken gedurende een relatief korte periode doet denken aan een ‘grootschalig incident’ of ‘ramp’.’
Naar verwachting zal de komende dagen het aantal vermijdbare slachtoffers van de sneeuwpret een veelvoud zijn van het aantal vermijdbare vuurwerkslachtoffers. Ik pleit niet voor een uitgaansverbod. Integendeel.
Ik pleit wel voor meer consistentie in de morele verontwaardiging. Maar vooral maak ik met terugwerkende kracht bezwaar tegen de schijnheilige, selectieve argumentatie van het willen ontzien van de zorg om het aanvullende vuurwerkverbod er door te drukken.
Patrick Laurens, Utrecht
Vuurwerk en sneeuwpret belasten de zorg allebei
De ingezonden lezersbrieven van zaterdag 6 februari.
www.volkskrant.nl