Nederlandse autoriteiten mogen niet handhavend optreden ten aanzien van in Duitsland opgeslagen vuurwerk
RAAD VAN STATE
VOORZIENINGENRECHTER AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
10 november 2014
Vuurwerkbesluit
Bij onderscheiden besluiten van 30 september 2014 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan Royal Fireworks lasten onder dwangsom opgelegd wegens het in strijd met artikel 1.2.2, vierde lid, en artikel 1A.2.1, eerste lid, gelezen in verbinding met artikel 1A.17, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit opslaan, voorhanden hebben dan wel aan derden ter beschikking stellen van vuurwerk en vuurwerkartikelen.
Tegen deze besluiten heeft Royal Fireworks bezwaar gemaakt.
Royal Fireworks heeft voorts de Voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzieningenrechter willigt het verzoek gedeeltelijk in, met name om de volgende reden:
Ingevolge artikel 1.2.2, vierde lid, van het Vuurwerkbesluit is het verboden vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik binnen het grondgebied van Nederland te brengen, op te slaan, te vervaardigen, toe te passen, voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen of tot ontbranding te brengen indien dit niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens dit besluit.
Ingevolge artikel 1A.2.1, eerste lid, is het verboden vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik in de handel brengen, voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen die niet voldoen aan de fundamentele veiligheidseisen.
Ingevolge artikel 1A.1.7, eerste lid, worden bij regeling van Onze Minister de geharmoniseerde normen aangewezen die in Nederland worden erkend en overgenomen.
De bij het besluit van 30 september 2014, kenmerk H94580, opgelegde last ziet onder meer op vuurwerk dat is opgeslagen op het opslagterrein van Royal Fireworks in Reken (Duitsland). De staatssecretaris is evenwel niet bevoegd handhavend op te treden ten aanzien van activiteiten die op Duits grondgebied plaatsvinden. Uit de term 'voorhanden hebben' in de artikelen 1.2.2, vierde lid, en 1A.2.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit kan - anders dan de staatssecretaris ter zitting heeft gesteld - dat niet worden afgeleid. Het besluit komt in zoverre voor schorsing in aanmerking.
http://www.ce-uitspraken.eu/ce-uitspraken/nederlandse-autoriteiten.html
RAAD VAN STATE
VOORZIENINGENRECHTER AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
10 november 2014
Vuurwerkbesluit
Bij onderscheiden besluiten van 30 september 2014 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan Royal Fireworks lasten onder dwangsom opgelegd wegens het in strijd met artikel 1.2.2, vierde lid, en artikel 1A.2.1, eerste lid, gelezen in verbinding met artikel 1A.17, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit opslaan, voorhanden hebben dan wel aan derden ter beschikking stellen van vuurwerk en vuurwerkartikelen.
Tegen deze besluiten heeft Royal Fireworks bezwaar gemaakt.
Royal Fireworks heeft voorts de Voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzieningenrechter willigt het verzoek gedeeltelijk in, met name om de volgende reden:
Ingevolge artikel 1.2.2, vierde lid, van het Vuurwerkbesluit is het verboden vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik binnen het grondgebied van Nederland te brengen, op te slaan, te vervaardigen, toe te passen, voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen of tot ontbranding te brengen indien dit niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens dit besluit.
Ingevolge artikel 1A.2.1, eerste lid, is het verboden vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik in de handel brengen, voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen die niet voldoen aan de fundamentele veiligheidseisen.
Ingevolge artikel 1A.1.7, eerste lid, worden bij regeling van Onze Minister de geharmoniseerde normen aangewezen die in Nederland worden erkend en overgenomen.
De bij het besluit van 30 september 2014, kenmerk H94580, opgelegde last ziet onder meer op vuurwerk dat is opgeslagen op het opslagterrein van Royal Fireworks in Reken (Duitsland). De staatssecretaris is evenwel niet bevoegd handhavend op te treden ten aanzien van activiteiten die op Duits grondgebied plaatsvinden. Uit de term 'voorhanden hebben' in de artikelen 1.2.2, vierde lid, en 1A.2.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit kan - anders dan de staatssecretaris ter zitting heeft gesteld - dat niet worden afgeleid. Het besluit komt in zoverre voor schorsing in aanmerking.
http://www.ce-uitspraken.eu/ce-uitspraken/nederlandse-autoriteiten.html