Plum Bloom
Registered User
Strengere Europese vuurwerkregels zijn broodnodig om explosies tegen te gaan, roept Nederland al jaren. Ook in Brussel is het kwartje gevallen, blijkt bij een hoorzitting in het Europarlement.
In een vergaderzaal van het Europees Parlement in Brussel zit Ko Minderhoud in politie-uniform. Het scherm boven hem vertoont foto’s van explosieschade in Nederland, waaronder de verwoeste portiek aan de Tarwekamp in Den Haag. “De impact is enorm”, zegt hij. “En het gebeurt ook steeds vaker in andere landen. Dit is niet enkel een Nederlands probleem, maar een Europees probleem.”
Minderhoud, coördinator vuurwerk bij de Nederlandse politie, is uitgenodigd voor een hoorzitting in Brussel over crimineel misbruik van vuurwerk. Een commissie van het Europees Parlement buigt zich over de vraag wat te beginnen tegen de bloeiende handel in illegaal vuurwerk, dat wordt gebruikt voor intimidatie, plofkraken, rellen en geweld tegen politieagenten.
Geen land ervaart dat zo heftig als Nederland. Vorig jaar vonden er ruim 1500 aanslagen met explosieven plaats, of pogingen daartoe. In de eerste helft van dit jaar stond de teller al op zo’n 700 explosies. Het leeuwendeel van dat vuurwerk rolt elders – binnen de EU of daarbuiten – legaal uit een fabriek, legt Minderhoud uit. Daarna verdwijnt het in het illegale circuit en vindt het zijn weg naar de straat.
Andere lidstaten hebben echter nauwelijks last. Nederland kreeg aanvankelijk geen voet aan de grond in Brussel. Maar onderhand lijkt ook de Europese Commissie doordrongen van de ernst van de situatie. In twee recente rapporten komt de ambtenarij tot de slotsom dat de Europese regels en de handhaving door lidstaten tekortschieten.
“We moeten de mazen in de wet dichten”, zegt Martin Schieffer, een hoge ambtenaar die onderzoek deed voor de Europese Commissie, op de hoorzitting. Wat vuurwerkbeleid betreft, is de EU namelijk een juridische lappendeken. Elke lidstaat houdt zijn eigen regels erop na. Waar de Ieren alleen sterretjes mogen afsteken, kunnen de Tsjechen zware klappers kopen.
En dan staan er ook nog uiteenlopende straffen op het bezit en gebruik van illegaal vuurwerk. Waar dat in het ene land strafbaar is, kom je in het andere land weg met een administratieve boete.
Van die kwetsbaarheden maken criminele netwerken dankbaar gebruik, zien ze bij Europol. Robert Fay, hoofd van de drugseenheid, schetst hoe F4-vuurwerk op de zwarte markt belandt. “Criminelen slaan met valse papieren legaal geproduceerd vuurwerk in bij groothandelaren. Ze tuigen een illegale productielijn op in voormalige vuurwerkfabrieken. Of ze importeren vuurwerk van buiten de EU met vervalste transportdocumenten en misleidende labels.”
Veel handel verloopt via sociale media zoals Telegram, maar evengoed via reguliere pakketjes. Illegaal vuurwerk wordt vermomd per internationale post verstuurd naar en binnen de EU. De douane is daar niet tegen opgewassen; die kan hooguit een op de tien pakketjes controleren op clandestiene waar.
Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, willen daarnaast een verbod op flashbangers, zoals cobra’s. Die worden op grote schaal gemaakt, terwijl er amper vraag naar bestaat onder vuurwerkprofessionals. Ook de invoering van één certificaat voor de hele EU is een wens. In de Benelux bestaat zoiets sinds kort: de zogeheten Pyro-pass.
De bal ligt nu bij de Europese Commissie. D66-Europarlementariër Raquel García Hermida-van der Walle, initiatiefnemer van de hoorzitting, verwacht dat die met een plan komt, vertelt ze na afloop. Mogelijke dwarsliggers zijn landen als Polen en Spanje, die een best grote vuurwerkbranche hebben en zelf geen explosieprobleem ervaren. “Maar wat nu in landen als Nederland gebeurt, gebeurt straks overal, als we niet samenwerken.”
www.trouw.nl
In een vergaderzaal van het Europees Parlement in Brussel zit Ko Minderhoud in politie-uniform. Het scherm boven hem vertoont foto’s van explosieschade in Nederland, waaronder de verwoeste portiek aan de Tarwekamp in Den Haag. “De impact is enorm”, zegt hij. “En het gebeurt ook steeds vaker in andere landen. Dit is niet enkel een Nederlands probleem, maar een Europees probleem.”
Minderhoud, coördinator vuurwerk bij de Nederlandse politie, is uitgenodigd voor een hoorzitting in Brussel over crimineel misbruik van vuurwerk. Een commissie van het Europees Parlement buigt zich over de vraag wat te beginnen tegen de bloeiende handel in illegaal vuurwerk, dat wordt gebruikt voor intimidatie, plofkraken, rellen en geweld tegen politieagenten.
Geen land ervaart dat zo heftig als Nederland. Vorig jaar vonden er ruim 1500 aanslagen met explosieven plaats, of pogingen daartoe. In de eerste helft van dit jaar stond de teller al op zo’n 700 explosies. Het leeuwendeel van dat vuurwerk rolt elders – binnen de EU of daarbuiten – legaal uit een fabriek, legt Minderhoud uit. Daarna verdwijnt het in het illegale circuit en vindt het zijn weg naar de straat.
Explosies-op-bestelling
Nederland gaat voorop in de lobby voor strengere Europese regulering van vuurwerk. De Rotterdamse burgemeester Carola Schouten, die een speciale taskforce leidt, kaartte het probleem al meermaals aan in Brussel. Inmiddels krijgt Nederland steun van landen als Frankrijk, Zweden, België en Duitsland, die ook met vuurwerkgeweld kampen. Zo zijn explosies-op-bestelling, waarbij vaak minderjarigen ingezet worden, ook aan de orde in Zweden.Andere lidstaten hebben echter nauwelijks last. Nederland kreeg aanvankelijk geen voet aan de grond in Brussel. Maar onderhand lijkt ook de Europese Commissie doordrongen van de ernst van de situatie. In twee recente rapporten komt de ambtenarij tot de slotsom dat de Europese regels en de handhaving door lidstaten tekortschieten.
“We moeten de mazen in de wet dichten”, zegt Martin Schieffer, een hoge ambtenaar die onderzoek deed voor de Europese Commissie, op de hoorzitting. Wat vuurwerkbeleid betreft, is de EU namelijk een juridische lappendeken. Elke lidstaat houdt zijn eigen regels erop na. Waar de Ieren alleen sterretjes mogen afsteken, kunnen de Tsjechen zware klappers kopen.
Hooguit een boete
Groot zijn ook de verschillen in handhaving. Zo mag vuurwerk van de zwaarste categorie (F4), waartoe ook de beruchte cobra’s behoren, alleen geleverd worden aan erkende professionals. Maar in de praktijk heeft elke lidstaat zijn eigen certificaten, en de mate waarin autoriteiten hierop controleren verschilt nogal.En dan staan er ook nog uiteenlopende straffen op het bezit en gebruik van illegaal vuurwerk. Waar dat in het ene land strafbaar is, kom je in het andere land weg met een administratieve boete.
Van die kwetsbaarheden maken criminele netwerken dankbaar gebruik, zien ze bij Europol. Robert Fay, hoofd van de drugseenheid, schetst hoe F4-vuurwerk op de zwarte markt belandt. “Criminelen slaan met valse papieren legaal geproduceerd vuurwerk in bij groothandelaren. Ze tuigen een illegale productielijn op in voormalige vuurwerkfabrieken. Of ze importeren vuurwerk van buiten de EU met vervalste transportdocumenten en misleidende labels.”
Veel handel verloopt via sociale media zoals Telegram, maar evengoed via reguliere pakketjes. Illegaal vuurwerk wordt vermomd per internationale post verstuurd naar en binnen de EU. De douane is daar niet tegen opgewassen; die kan hooguit een op de tien pakketjes controleren op clandestiene waar.
Verbod op flashbangers
Hoog tijd dat er wat gebeurt, en snel ook – daar lijkt iedereen in de Brusselse vergaderzaal het dinsdagmiddag over eens. Regelgeving en handhaving in de lidstaten moeten gelijk worden getrokken, stellen de experts. Een traceersysteem voor de handelsketen moet voorkomen dat legaal gefabriceerd professioneel vuurwerk wegvloeit naar de zwarte markt.Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, willen daarnaast een verbod op flashbangers, zoals cobra’s. Die worden op grote schaal gemaakt, terwijl er amper vraag naar bestaat onder vuurwerkprofessionals. Ook de invoering van één certificaat voor de hele EU is een wens. In de Benelux bestaat zoiets sinds kort: de zogeheten Pyro-pass.
De bal ligt nu bij de Europese Commissie. D66-Europarlementariër Raquel García Hermida-van der Walle, initiatiefnemer van de hoorzitting, verwacht dat die met een plan komt, vertelt ze na afloop. Mogelijke dwarsliggers zijn landen als Polen en Spanje, die een best grote vuurwerkbranche hebben en zelf geen explosieprobleem ervaren. “Maar wat nu in landen als Nederland gebeurt, gebeurt straks overal, als we niet samenwerken.”
Ook Brussel wil strengere vuurwerkregels. ‘Explosies zijn geen Nederlands probleem, maar een Europees probleem’
Strengere Europese vuurwerkregels zijn broodnodig om explosies tegen te gaan, roept Nederland al jaren. Ook in Brussel is het kwartje gevallen, blijkt bij een hoorzitting in het Europarlement.

