Ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit en enkele maatregelen van bestuur

Dim

Product Beheer
Medewerker
Geachte Voorzitter,

Bij brief van 2 november jl. (kenmerk 147210) hebben de leden van de fractie van het CDA van de commissie voor VROM/WWI enkele vragen gesteld met betrekking tot het ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit. In deze brief ga ik op deze vragen in. Onderstaand zijn onderscheiden passages uit die brief herhaald en voorzien van mijn reactie. Dit overigens deels in aanvulling op mijn brief aan u van 23 november 2010. De beantwoording van deze vragen heeft langer tijd gekost dan gebruikelijk, omdat de beantwoording eerst opgepakt kon worden na afloop van de termijn voor het indienen van zienswijzen en omdat in april jl. in aanwezigheid van een lid van de CDA-fractie, nader inhoudelijk overleg heeft plaatsgevonden.

1. De genoemde leden begrijpen dat de minister gelijktijdig met de voorlegging aan de Eerste Kamer ook het veld ruimte heeft gegeven om commentaar te leveren. Niet valt uit te sluiten dat het ontwerp nog wijziging zal ondergaan. Kunt u toezeggen uw finale versie aan te bieden aan de Eerste Kamer alvorens te besluiten tot vaststelling en inwerkingtreding?

Reactie: Het ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit is aan de Kamer aangeboden en in de Staatscourant gepubliceerd. Beide Kamers hebben vragen gesteld en met de publicatie van het ontwerpbesluit in de Staatscourant is eenieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen. Het ontwerpbesluit is waar nodig op de ingekomen reacties bijgesteld en inmiddels aan de Raad van State ter advies aangeboden. Voor het besluit in werking zal treden zal u het vastgestelde besluit conform de wettelijk procedure worden toegezonden. Het ontwerpbesluit is waar nodig op de ingekomen reacties bijgesteld.

2. Deze leden begrijpen dat de wijzigingen zijn gebaseerd op een rapport van Twijnstra en Gudde van januari 2008; dit was naar zij begrijpen slechts een onderzoek door niet technisch deskundigen. Men heeft vooral de onvrede van de branche geïnventariseerd. Het rapport van de AGS over integrale ketenveiligheid wordt in het geheel niet genoemd. Er is verder aan de deskundigen bij de AGS geen advies gevraagd over de voorgenoemde wijzigingen en zij vragen de regering waarom dit niet is gebeurd?

Reactie: Bij de voorbereiding van de wijziging van het Vuurwerkbesluit zijn alle relevante partijen in de gelegenheid gesteld hun visie kenbaar te maken en ook rechtstreeks betrokken om de wijzigingsvoorstellen vorm te geven. Het onderzoek van Twijnstra en Gudde was inderdaad meer inventariserend van aard, maar vervolgens hebben adviesgroepen oplossingen aangedragen en zijn de resultaten met partijen besproken. Het uitgebreide rapport dat de AGS ten aanzien van ontplofbare stoffen heeft opgesteld (Ontplofbare stoffen, Op weg naar integrale ketenveiligheid, 21 december 2007) bevat ook tal van opmerkingen (en aanbevelingen) ten aanzien van vuurwerk. Deze zijn bij het bepalen van de voorgestelde wijziging van het Vuurwerkbesluit mede betrokken. In de kabinetsreactie op het AGS-advies is aangegeven hoe daarmee omgegaan zal worden (Kamerstukken II, 2007*****2008, 29 383, nr. 110).

3. Consumentenvuurwerk wordt buiten de periode 29 t/m 31 december als professioneel vuurwerk beschouwd. De behandeling van dit vuurwerk door de professionals wordt daardoor aan strenge eisen en rapportages onderworpen, terwijl in de genoemde december-periode elke burger er zonder restricties mee mag omgaan.

Reactie: Het is niet zo dat consumentenvuurwerk buiten de "vuurwerkperiode" anders wordt beschouwd. Het blijft consumentenvuurwerk, maar wel met het verschil dat het buiten die periode slechts door professionals mag worden afgestoken. Aan het vuurwerk worden ook geen andere eisen gesteld. Het is aa n de professional om te kiezen voor vuurwerk dat uitsluitend voor de professional geschikt is of voor vuurwerk dat in de periode van de jaarwisseling door consumenten mag worden gebruikt. Wel bevat het Vuurwerkbesluit de incentive om voor consumentenvuurwerk te kiezen. De afstandseisen aan het gebruik van consumentenvuurwerk zijn immers minder vergaand. De regels van melding en registratie, opleiding en dergelijke zijn ontwikkeld om evenementen, waarbij de verantwoordelijkheid bij de toepasser ligt, veilig te laten verlopen en dat onafhankelijk van het type te gebruiken vuurwerk. Daarnaast is het niet zo dat de consument zich gedurende de periode dat vuurwerk mag worden afgestoken aan geen enkele regel hoeft te houden. Naast eventuele gemeentelijke bepalingen over plaatsen waar geen vuurwerk mag worden afgestoken, geldt op grond van het Vuurwerkbesluit de verplichting om het vuurwerk slechts te gebruiken overeenkomstig en met inachtneming van de gebruiksaanwijzing op het vuurwerkartikel.

4. De classificatie van vuurwerk in opslag wordt gelijk gesteld aan de classificatie tijdens transport (ADR), terwijl het om veel grotere hoeveelheden gaat en de uitwerking nooit objectief is vastgesteld.

Reactie: Inderdaad wordt de classificatie van de transportregelgeving ook voor de opslag van vuurwerk gehanteerd. Dat werkt eenduidig en komt de duidelijkheid ten goede. Afhankelijk van die classificatie en de hoeveelheid opgeslagen vuurwerk gelden verschillende eisen. In de praktijk wordt in Nederland alleen consumentenvuurwerk met de classificatie 1.4 opgeslagen dat niet massa-explosief is.

5. De administratieve last bij vuurwerkshows is niet verminderd. Er wordt nu een "schietlijst" gevraagd met alle details.

Reactie: De verplichting om een lijst van af te steken artikelen op te stellen, is niet nieuw. Alleen maakt deze lijst thans deel uit van het verplichte, uitgebreidere werkplan. Dit werkplan is komen te vervallen. De schietlijst is onder meer nodig om vast te stellen welke veiligheidsafstanden aangehouden moeten worden en is daarmee essentieel voor de veiligheid van de toeschouwers. Om die reden zal deze verplichting blijven bestaan. Ook kan aan de hand van de schietlijst en de verplichte melding worden gecontroleerd of geen professioneel vuurwerk in het illegale circuit verdwijnt.

6. Ook bij de verhoging van de opslaghoeveelheid van 250 naar 500 kg, zal men van gemeentewege moeten nagaan h oe deze hoeveelheid zich verhoudt tot de totale omzet gedurende de 2 dagen en waar en onder welke omstandigheden de rest is opgeslagen.

Reactie: Het vuurwerkbesluit bepaalt onder welke voorwaarden vuurwerk in een verkoopruimte mag liggen. De ondernemer dient ervoor te zorgen dat hij aan die voorwaarden voldoet. Twee voorwaarden zijn daarbij in ieder geval van belang. Ten eerste of de sprinklerinstallatie in voldoende mate de aanwezige hoeveelheid vuurwerk kan bereiken en ten tweede of het restant vuurwerk dat na sluitingstijd terug moet worden geplaatst in de bufferbewaarplaats niet zorgt voor een overschrijding van de maximaal toegestane hoeveelheid vuurwerk in die bufferbewaarplaats. Het bevoegd gezag ziet toe op de naleving van deze voorwaarden.

7. De ongerustheid bij de branche naar aanleiding van de eisen gesteld aan de opslag qua bouwkundige voorzieningen en de Sprinkler blijft bestaan. Op pagina 14: NN, 1.5 "Bevochtigen met water, tenzij dit leidt tot ongewenste reacties": men weet dus wel dat er zich ongewenste reacties kunnen voordoen (zie ook MvT, p. 21 bovenaan).

Reactie: Zoals in mijn brief van 23 november 2010 (Kamerstukken I, 2010***** 2011, 32 500 XI, C) is aangegeven, blijft het uitgangspunt van het Vuurwerkbesluit dat een begin van brand in of rond een vuurwerkopslag door middel van een sprinklerinstallatie moet worden bestreden. Dit is conform de adviezen van de indertijd ingeschakelde deskundigen en is onlangs opnieuw bevestigd door deskundigen van de veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond. Belangrijk is de vraag om welk type vuurwerk het gaat. Bij 1.4 S of 1.4 G consumentenvuurwerk is de hoeveelheid materiaal dat eventueel met water kan reageren in verhouding miniem. Het overgrote deel van het materiaal is verpakkingsmateriaal dat in het onverhoopte geval van een brand heel goed met water te blussen is. Bij professioneel vuurwerk zal de hoeveelheid materiaal dat met water kan reageren hoger kunnen zijn, maar ook dan geldt dat zolang er maar sp rake is van een overmaat aan water er nog steeds goed met water geblust kan worden.

Dit neemt echter niet weg dat in het geval van beschadigd vuurwerk, waarbij kruit is vrijgekomen, ook met een ander mogelijk effect rekening gehouden moet worden. Los kruit kan gaan stuiven en zich ophopen in kieren. Vervolgens bestaat de kans dat dit kruit door statische elektriciteit, druk of wrijving tot ontbranding komt en zo een begin van brand veroorzaakt. Dit stuiven kan worden tegengegaan door het kruit te bevochtigen met water. De waarschuwing in het voorschrift geldt slechts voor die bijzondere situatie waarbij het kruit een zodanige samenstelling heeft dat niet kan worden uitgesloten dat geringe hoeveelheden waterstof kunnen vrijkomen als dit kruit met water wordt bevochtigd. Van ongerustheid bij de branche is mij uit contacten met de overkoepelende brancheorganisatie BPN overigens niet gebleken.

8. Een onafhankelijk adviesorgaan bemand door deskundigen uit de relevante ministeries wordt zowel door de branche, de vergunningverleners, als de toezichthouders node gemist.

Reactie: De onderhavige ontwerpwijziging van het Vuurwerkbesluit is in overleg met alle betrokken partijen tot stand gekomen. Waar het naar mijn mening nu op aankomt is het besluit af te ronden en na de vaststelling en inwerkingtreding de uitvoering ter hand te nemen. Daarbij kan over de uitvoering in de praktijk periodiek of op ad hoc basis overleg tussen de betrokken partijen plaatsvinden, zoals dat ook in de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden. Naar mijn oordeel kan een onafhankelijk adviesorgaan daar weinig aan toevoegen.

9. De branche is niet gerust op invoering van "maatwerkvoorschriften", daar de bezwaarmaker in een afhankelijke positie verkeert. Door deze invoering wordt het totaal van wet- en regelgeving er niet duidelijker op. Kunt u een schematisch overzicht geven van het totaal van wet- en regelgeving betreffende explosieve stoffen?

Reactie: Het ontwerpbesluit kent een zeer beperkt aantal, specifiek beschreven mogelijkheden voor het bevoegd gezag om maatwerkvoorschrif ten op te leggen. Het huidige Vuurwerkbesluit voorziet thans ook in mogelijkheden om dergelijke voorschriften te stellen, zij het dat die mogelijkheden thans nog zijn aangemerkt als "nadere eis" of "toestemming" (artikelen 2.2.3, 3.2.2 en bijlage 1, voorschrift 1.8) Inderdaad is de ondernemer daarbij afhankelijk van het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag maakt immers de keuze of hij van de bevoegdheid tot het opleggen van een maatwerkvoorschrift gebruik wil maken. Bij de invulling van die beslissingsvrijheid heeft het bevoegd gezag wel een aantal geschreven en ongeschreven regels in acht te nemen. In de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit is hier uitgebreid op ingegaan. Dat de ondernemer in een afhankelijke positie ten opzichte van het bevoegd gezag verkeert, is overigens bij vergunningvoorschriften niet anders. Hanteren van maatwerkvoorschriften verdient hierbij de voorkeur opdat daarmee meer inrichtingen onder algemene regels gebracht kunnen worden. De mening dat het totaa l aan wet- en regelgeving er hierdoor niet duidelijker op wordt, deel ik niet. In het ontwerpbesluit is immers duidelijk aangegeven met betrekking tot welke regels het bevoegd gezag de ruimte heeft om maatwerkvoorschriften te stellen. Een schematisch overzicht van het totaal van wet- en regelgeving betreffende explosieve stoffen is bij deze brief gevoegd.

10. Handreiking Daarnaast wordt voor een aantal onderwerpen een handreiking opgesteld. Daardoor is het nu niet inzichtelijk voor de Staten-Generaal wat er precies gaat gebeuren. Dit blijkt uit de volgende opsomming. De Handreiking wordt opgevoerd voor maar liefst 13 van de 37 (40) genoemde knelpunten. Voor 9 van de 37 knelpunten wordt geen wijziging van het Vuurwerkbesluit voorzien. Voor één knelpunt wordt geen oplossing genoemd, voor een ander knelpunt wordt vermeld dat er een mogelijkheid wordt onderzocht, voor twee knelpunten een verbeterslag LMIP genoemd, voor een ander punt is een nieuw certificatieschema in voorbereiding, voor een ander punt is op termijn een erkenningsregeling voor importeurs voorzien en knelpunten 3.9.5 en 3.12.3 worden in het geheel niet genoemd. Daarmee is over 30 van de 37 (40) knelpunten, bijna 3 jaar na het uitkomen van het rapport Twijnstra en Gudde geen volledige duidelijkheid over de oplossing. Kunt u deze duidelijkheid nu reeds bieden of gaat u i n een later stadium de Staten-Generaal alsnog informeren?

Reactie: Alle punten uit de evaluatie zijn opgepakt en beoordeeld. Er zijn veel aandachtspunten naar voren gekomen die niet opgelost kunnen worden met andere, minder of meer regelgeving. Het bleek namelijk dat de betreffende regel juridisch klopt en niet gemist kan worden, maar wel de nodige uitleg behoeft, eventueel voorzien van voorbeelden. Wanneer aanpassen van regelgeving geen oplossing biedt, dan zijn andere instrumenten, zoals voorlichting of, zoals in dit geval, een handreiking de aangewezen methode om de gesignaleerde knelpunten op te kunnen lossen. In de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit wordt naar aanleiding van deze vraag thans duidelijker aangegeven wat de gesignaleerde knelpunten behelzen en wat hiermee wordt gedaan. Opmerkingen over de Nota van toelichting

11. Op pagina 4, paragraaf 3.2, tweede alinea Het is onduidelijk wat het positieve effect is van het verhogen van de genoemde meldingsgrens. De ge noemde "positieve gevolgen voor het milieu" zijn eveneens onduidelijk. Kunt u uitleggen wat hiermee bedoeld is?

Reactie: Zoals in § 3.2 van de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit is aangegeven, worden burgers (omwonenden, toeschouwers, klanten) met dit besluit beschermd tegen ongewone voorvallen waarbij vuurwerk betrokken is. Bedoelde positieve ontwikkelingen moeten dan ook nadrukkelijk in dat licht worden gezien. Het verhogen van de meldingsgrens voor het toepassen van consumentenvuurwerk zal als gevolg hebben dat voor shows meer relatief "veilig" consumentenvuurwerk wordt gebruikt. Dit is een positief effect. Ook het toestaan van een tweede bufferbewaarplaats heeft in bedoelde zin een positief gevolg. Dezelfde hoeveelheid onverpakt vuurwerk kan dan in 2 bufferbewaarplaatsen worden in-, uit- en omgepakt en worden bewaard. Te veel handelingen in een te krappe werkruimte worden daarmee voorkomen en een veiliger situatie kan worden bereikt.

12. Op pagina 4, paragraaf 3.3 De verhoging van de opslaggrens leidt tot een verlaging van administratieve lasten, zo wordt gesteld. Ook de verhoging van de meldingsgrens en dergelijke leidt tot lastenverlichting. In zijn algemeenheid is dit toe te juichen. Bent u bereid de risicoafweging die hieraan ten grondslag ligt aan de Staten-Generaal te overleggen? Dezelfde vraag geldt voor het verhogen van de maximale verkoophoeveelheid (pagina 6, paragraaf 8.1).

Reactie: Aan de vuurwerkregelgeving ligt geen risicobeoordeling ten grondslag, waarbij gekeken wordt naar het individueel (plaatsgebonden) risico en het groepsrisico, maar een effectbeoordeling. De wijzigingen, die in het Vuurwerkbesluit worden doorgevoerd, hebben geen negatieve consequenties voor mens en milieu. Uitgangspunt voor dit ontwerpbesluit is geweest dat de wijzigingen ten minste tot een gelijkwaardig niveau van bescherming van mens en milieu leiden. Het RIVM heeft de relevante wijzigingsvoorstellen op dit punt getoetst.

13. Pagina 6, paragraaf 8.3 Bent u bereid de risicoanalytische grondslag voor het beweerde ***** maar onaannemelijke ***** niet toenemen van het risico van het opslaan van vuurwerk bij tankstations te delen met de Staten-Generaal?

Reactie: Zoals ook in mijn reactie op vraag 12 is aangegeven, wordt in de vuurwerkregelgeving niet uitgegaan van een risic obenadering met een individueel (plaatsgebonden) en een groepsrisico, maar van een effectbenadering. Mits voldaan wordt aan de voorgeschreven, aan te houden afstanden zal dan ook geen extra risico optreden. Er is daarom geen reden de opslag en verkoop van vuurwerk bij tankstations voor wegverkeer niet toe te staan. Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer laat echter de opslag van motorbrandstoffen in combinatie met vuurwerk op dit moment niet toe. Dit ontwerpbesluit voorziet er daarom in dat de betrokken bepaling in dat besluit wordt geschrapt. Daarnaast wordt in het Vuurwerkbesluit de bepaling opgenomen dat gelijktijdig afleveren van motorbrandstoffen en vuurwerk alleen is toegestaan indien voldoende afstand wordt aangehouden.

14. Pagina 11, D en E Kunt u uitleggen in welke zin zwaardere vuurwerkartikelen stabieler zijn? Kunt u uitleggen waarom het voor consumenten niet uitmaakt hoeveel vuurwerk zij in huis hebben (blijft het risico (van bijvoorbeeld brand) gel ijk bij 25 kg in plaats van 10 kg?) terwijl voor het risico bij de vuurwerkhandel en -professional de hoeveelheid bepalend is?

Reactie: Mogelijk is verwarring ontstaan omdat de termen zwaar en stabiel in verschillende context gebruikt worden. Bij het ophogen van de maximale verkoophoeveelheid aan de consument is mede in ogenschouw genomen dat grotere cakeboxen (sinds 2006 toegestaan n.a.v. de interventiestrategie verboden consumentenvuurwerk) zwaarder en stabieler zijn. De grootste wegen al bijna de maximale 10 kg., zijn breder en in verhouding minder hoog en vallen minder makkelijk om. De lading per tube is niet veranderd, maar het aantal tubes is groter. De eventuele toename van de risico's door de aanwezigheid van meer vuurwerk in een woning moet in een bredere context bezien worden. Ook nu zijn er consumenten, die enkele keren vuurwerk kopen en daarmee meerdere kilo's vuurwerk in hun woning voorhanden hebben. Het verhogen van de maximale verkoophoeveelheid zal hier geen verand ering in brengen. Het vuurwerkbesluit kent geen beperking aan de in een woning aanwezige hoeveelheid vuurwerk. Wel geldt dat wanneer een particulier beduidend meer vuurwerk heeft opslagen dan voor eigen gebruik bedoeld is, het bevoegd gezag daartegen kan optreden op grond van het feit dat er sprake is van een niet gemelde of vergunde opslag en zonder over de juiste voorzieningen (brandwerende afscherming, sprinklers, etc.) voor een bedrijfsmatige opslag te beschikken.

15. Pagina 19, MM, Brandwerendheid, tweede `alinea' Sluit u uit dat er vuurwerk bestaat dat "spontaan ontbrandt" beneden een temperatuur van 180 graden Celsius?

Reactie: Dat kan ik niet absoluut uitsluiten, maar waar het om gaat is voor welke beschermingsklasse gekozen moet worden om te voorkomen dat vuurwerk te snel aan te hoge temperaturen wordt blootgesteld. In de vernieuwde norm NEN 6069 is de indeling van de beschermingsniveaus gewijzigd, waardoor een nieuwe beschermingsklasse moest worden gekozen die het beste aansluit bij het oorspronkelijke beschermingsniveau. Uit de eisen die samenhangen met de verschillende klassen in combinatie met algemene eigenschappen van vuurwerk, is afgeleid dat een beschermingsklasse van EI1 een betere bescherming biedt. Dat wil niet zeggen dat de bestaande constructies onvoldoende zijn, zeker niet in combinatie met de voorgeschreven sprinklerinstallatie. Daarom geldt de wijziging voor nieuwe situaties en is geen wijziging voor bestaande situaties voorgeschreven.

16. Tot slot: als de benadering zoals verwoord in par 8 MvT Arbeidsomstandigheden "De reden hiervoor is dat het huidige arbeidsomstandighedenbeleid uitgaat van meer verantwoordelijkheid bij de werkgevers en de werknemers", ingang zou vinden waren we een stuk verder. Kom in overleg tussen de branche en de overheid tot een certificeringsysteem. Spreek de gecertificeerde ondernemer aan op zijn verantwoordelijkheden en vakkennis, ontneem hem het certificaat bij ernstige overtredingen, voorwaarde is dan wel dat de voorschriften duidelijk en eenduidig zijn.

Reactie: Natuurlijk ben ik voorstander van een grote verantwoordelijkheid bij de ondernemer. Ik ben eveneens van mening dat in een situatie waar die verantwoordelijkheid ook genomen wordt, een certificatiesysteem zeker goede diensten kan bewijzen. Jammer genoeg is het feit echter dat een deel van de sector nog onvoldoende blijk geeft van die eigen verantwoordelijkheid. Bovendien moet in het oog worden gehouden dat een certificatiesysteem in principe functioneert tussen marktpartijen. Ook is de vraag of de burger het toezicht in deze sector aan certificatieinstellingen zou willen overlaten. Dit wordt toch als een overheidstaak gezien. Een en ander neemt niet weg dat daar waar mogelijk ook voor deze sector aansluiting bij die eigen verantwoordelijkheid en certificatie gezocht wordt. Dat is de lijn die voor arbeidsomstandigheden gevolgd wordt en die ook voor ontwerp, aanleg en onderhoud van sprinklerinstallaties gekozen is. Juist dit laatste voorbeeld laat in de praktijk echter ook de gevoeligheden van certificatie zien. De vuurwerksector wil maatschappelijk verantwoord ondernemen omarmen. Onder leiding van de nieuwe Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland wordt een normdocument voor maatschappelijk verantwoord ondernemen opgesteld, inclusief een systeem van zelfcontro le.


Indien dat goed functioneert, zie ik zeker mogelijkheden dat systeem te relateren aan het voornemen van de toenmalige Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer om tot een vergunning voor het op de Nederlandse markt brengen van vuurwerk te komen (zie Kamerstukken II, 2009-2010, 32 123 XI, nr. 54).

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Joop Atsma
 
Laatst bewerkt:

Tony

Administrator
Medewerker
Een best interessant schrijven. Wat mijn opvalt is het stukje "er bestaat geen beperking voor het aantal aanwezige vuurwerk in een woning". Dat betekend dat wat er altijd gezegd is over maximaal 10KG in 1 huishouden gewoon niet waar is. Ik begrijp uit het verhaal dat de regel puur voor de verkoop per persoon is.

Wie kan dit bevestigen?
 

elmo

FPM Moderator
Dat begrijp ik er ook uit Tony,alleen je mag niet meer hebben dan de hoeveelheid voor eigen gebruik!.
Maarja wie bepaalt de hoeveelheid voor eigengebruik?
 

Michel_G

Zilveren Member
Dat begrijp ik er ook uit Tony,alleen je mag niet meer hebben dan de hoeveelheid voor eigen gebruik!.
Maarja wie bepaalt de hoeveelheid voor eigengebruik?

En dat is meteen dan ook de valkuil, wie dat bepaalt! Staat er een overheidsfunctionaris aan de deur, die meent dat 30 kilo teveel is voor eigen gebruik, dan is er natuurlijk een reële kans dat het vuurwerk ingenomen wordt. Wordt er later door een hogere instantie beslist dat dit een acceptabele hoeveelheid is, wordt dit mogelijk wel terug gegeven, maar wellicht pas na oud en nieuw. Een andere ambtenaar gaat misschien pas over tot actie, als er meer dan 75 kilo ligt.

Het nadeel is dat er dan op zo'n manier weinig continuïteit zou zijn en dit kan leiden tot veel ongemakken en onnodige kosten, zowel aan overheidskant als aan de kant van de burger.

Wellicht zou dan een soort van "wenselijke maximale hoeveelheid per persoon" een soort van instructie kunnen zijn die politie/ambtenaren meekrijgen om mee te werken. Dus tot een hoeveelheid van ...... kg, is het hoe dan ook geen probleem, daarboven is het aan de ambtenaar om te beslissen of verder handelen nodig is.

Maar voordat we er verder over discussieëren, eerst maar eens afwachten/uitzoeken of het wegvallen (of er niet zijn) van een kilonorm wat betreft opslag in huis, daadwerkelijk wel klopt. Voor zover mij bekend was, stond in het 'oude' vuurwerkbesluit ongeveer het volgende: "Het is toegestaan om niet meer dan 10 kg voor consumenten goedgekeurd vuurwerk, buiten de verkoopperiode, op te slaan in een voor het publiek niet toegankelijke ruimte.". De formulering zal wellicht iets anders zijn geweest, maar er was wel duidelijk een maximaal aantal kilo's wat in een woning opgeslagen mocht worden (buiten de vuurwerk verkoop).

De vraag is dan ook of dit alles komt te vervallen of dat er tijdens de verkoopdagen geen maximaal aantal kilo's voor opslag geldt, maar door het jaar heen, wel een beperking zal zijn?
 
Laatst bewerkt:

Tony

Administrator
Medewerker
Ik denk dat het kijken is naar de spullen die in huis liggen mocht er een ambtenaar aan de deur staan.
Daarmee bedoel ik dat ze misschien zullen kijken naar het aantal van dezelfde producten. Als jij 3 karton golden crown hebt staan, 4 karton met pijlen etc. dan kan je al snel uitgaan van een handel. Als jij 30 verschillende cakes hebt staan dan is dat vaak niet voor de verkoop.
 

Michel_G

Zilveren Member
Inderdaad Toon, denk dat dat ook een factor zal zijn. Maar dan is alsnog de vraag, waar de grens ligt.

Dan vraag ik mij hoe dan ook af, hoe lucratief het handelen in legaal consu vuurwerk is, maar dat is een tweede! :hehe!:
 

Yvez

Registered User
Ik denk dat er is goed nagedacht moet worden over opslag methodes, daarmee bedoel ik lucht dichte bakken/tonnen. Zonder zuurstof geen vuur denk ik altijd maar.
 
Laatst bewerkt:

mickeyzegtboem

Registered User
Het idee is leuk yves, maar veel soorten vuurwerk hebben geen zuurstof nodig uit de omgeving om toch te kunnen reageren.
Daarnaast is het ook niet wenselijk om dit als eis te stellen, omdat dan iedereen zal moeten investeren in luchtdichte kamers, en pompen om de hele zooi vacuum te trekken.
Ik zelf denk dat de veiligheid met de sprinklerinstalaties voldoende is gewaarborgd.
 

Yvez

Registered User
Het idee is leuk yves, maar veel soorten vuurwerk hebben geen zuurstof nodig uit de omgeving om toch te kunnen reageren.
Daarnaast is het ook niet wenselijk om dit als eis te stellen, omdat dan iedereen zal moeten investeren in luchtdichte kamers, en pompen om de hele zooi vacuum te trekken.
Ik zelf denk dat de veiligheid met de sprinklerinstalaties voldoende is gewaarborgd.

Het idee van mij gaat puur over opslag thuis, de laatste 3 dagen....
 

KoenL

Registered User
Gelukkig kunnen ze ook samenvatten bij de overheid haha.

Vuurwerkbesluit wordt gewijzigd

Wat verandert er?

Het Vuurwerkbesluit wijzigt:

  • De maximaal toegestane verkoophoeveelheid vuurwerk wordt verhoogd van 10 naar 25 kilo.
  • De maximaal toegestane hoeveelheid vuurwerk in de verkoopruimte wordt verhoogd van 250 naar 500 kilo.
  • De meldingsgrens voor opslag van consumentenvuurwerk wordt verhoogd van 1.000 naar 10.000 kilo.
  • De meldingsgrens voor het ontbranden van professioneel vuurwerk wordt verhoogd van 10 naar 20 kilo theatervuurwerk en van 100 naar 200 kilo consumentenvuurwerk (professioneel toegepast).
  • Een tweede bufferbewaarplaats wordt toegestaan.
  • Er komen eisen voor ontbrandingen.
  • Er worden toepassingsvergunningen verleend door de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM).
  • Er komen extra bepalingen om de strafrechtelijke vervolging van de handel van illegaal, gevaarlijk vuurwerk te verbeteren.
Voor wie?

  • Bedrijven die omgaan met consumentenvuurwerk (bijvoorbeeld detailhandel)
  • Bedrijven die omgaan met professioneel vuurwerk
  • Importeurs van vuurwerk
Wanneer?
De wijziging treedt naar verwachting op 1 juli 2011 in werking.

Waarom?

De wijziging is het gevolg van de evaluatie van het Vuurwerkbesluit in 2007/2008.

Bron: http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/wetswijziging/vuurwerkbesluit
 

Tony

Administrator
Medewerker
Gelukkig kunnen ze ook samenvatten bij de overheid haha.

Vuurwerkbesluit wordt gewijzigd

Wat verandert er?

Het Vuurwerkbesluit wijzigt:

  • De maximaal toegestane verkoophoeveelheid vuurwerk wordt verhoogd van 10 naar 25 kilo.
  • De maximaal toegestane hoeveelheid vuurwerk in de verkoopruimte wordt verhoogd van 250 naar 500 kilo.
  • De meldingsgrens voor opslag van consumentenvuurwerk wordt verhoogd van 1.000 naar 10.000 kilo.
  • De meldingsgrens voor het ontbranden van professioneel vuurwerk wordt verhoogd van 10 naar 20 kilo theatervuurwerk en van 100 naar 200 kilo consumentenvuurwerk (professioneel toegepast).
  • Een tweede bufferbewaarplaats wordt toegestaan.
  • Er komen eisen voor ontbrandingen.
  • Er worden toepassingsvergunningen verleend door de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM).
  • Er komen extra bepalingen om de strafrechtelijke vervolging van de handel van illegaal, gevaarlijk vuurwerk te verbeteren.
Voor wie?

  • Bedrijven die omgaan met consumentenvuurwerk (bijvoorbeeld detailhandel)
  • Bedrijven die omgaan met professioneel vuurwerk
  • Importeurs van vuurwerk
Wanneer?
De wijziging treedt naar verwachting op 1 juli 2011 in werking.

Waarom?

De wijziging is het gevolg van de evaluatie van het Vuurwerkbesluit in 2007/2008.

Bron: http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/wetswijziging/vuurwerkbesluit

In een paar zinnen duidelijk.
Thanks Koen.
 

MichelAngelo

Registered User
Per 1 juli worden de veranderingen naar verwachting effectief. Prettig als je net bezig bent met een nieuw verkoop punt.....
 

jaspertjuh

Registered User
Dat is toch geen probleem? Voor verkooppunten veranderen alleen de '10kg regel' en de hoeveelheid vuurwerk in de verkoopruimte en bufferbewaarplaats. Er hoeft qua constructie dus niks aangepast te worden.
 

mickeyzegtboem

Registered User
In aanvulling op deze regels staan er nog een aantal andere regels op de planning, die niet in het bovenstaande document staan.
De grootste wijziging is eigenlijk dat er in plaats van een PVE (pakket van eisen) een maatwerkplan opgesteld dient te worden.
Opzich ook in een nieuwe situatie is dat niet hinderlijk, er is hiervoor een overgangsperiode ingesteld (naar ik me kan herinneren van 2 jaar) waarin beiden nog worden geaccepteerd.

Voor dit moment zitten er voor nieuwe verkooppunten eigenlijk alleen voordelen aan, en word er niets verzwaard/veranderd aan de eisen voor de oprichting van een nieuw verkooppunt.
 
Bovenaan