Jan met de Pet knalt pas sinds jaren vijftig

Moontan

Moderator
Medewerker
media_xl_3444535.jpg



Jan met de Pet knalt pas sinds jaren vijftig

Het lijkt alsof mensen in Nederland al sinds eeuwen met oud en nieuw na de nieuwjaarszoenen de straat op gaan om vuurwerk af te steken. Toch is deze traditie pas halverwege de jaren vijftig voorzichtig ontstaan, zo blijkt uit verschillende gegevens. .

Dat het afsteken van consumentenvuurwerk met oud en nieuw deze week is toegevoegd aan de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed, komt dus niet doordat het zo oud is. Het is wel uniek. Nergens ter wereld gaat op nieuwjaarsnacht per hoofd van de bevolking zo veel vuurwerk de lucht in.

Nederland werd pas vuurwerkgek toen de 'gewone burger' door de toenemende welvaart meer te besteden kreeg.
Vuurwerkkenner Roel Wijngaarden zegt dat tot de Tweede Wereldoorlog het afsteken van vuurwerk slechts was voorbehouden aan de rijke burgerij. Daarvoor huurden zij professionals in die zij hele shows lieten maken, waarvan iedereen kon meegenieten, dat dan weer wel.

Een van de twee grote vuurwerkfabrieken die Nederland heeft gekend, de firma A.J. Kat uit Leiden, hield zich volgens Wijngaarden alleen bezig met grote shows. Pas na de oorlog kwam daar een klein beetje verandering in. Er waren gewone burgers die zich bij het kantoor van de fabriek meldden met de vraag: 'hebbie nog bomme'.

Nou moest het 'bommen' niet al te letterlijk worden genomen, want het waren volgens Wijngaarden bescheiden knallen. "Op een gegeven moment zagen ze bij Kat er een aardige bijverdienste in, want ze boden papieren zakjes aan met bij wijze van spreken drie rotjes, een voetzoeker en een huilende keukenmeid."

'Klein maar fijn'
Wijngaarden is oprichter van Vuurwerkmuseum.nl en is verwoed verzamelaar van bijvoorbeeld vuurwerkwikkels en, zoals hij dat zegt, 'klassieke vuurwerkjes'. Hij en anderen hebben een nostalgische hang naar het oude vuurwerk dat 'klein, maar fijn was' en waarbij de knallen nog Astronauten en Piraten heetten. Van het zware, moderne - en vaak illegale - vuurwerk moeten zij weinig hebben.

Wijngaarden plaatst de opkomst van burgervuurwerk ook halverwege de jaren vijftig. Hij legt het verband met het feit dat Jan met de Pet wat meer geld in zijn loonzakje vond. Het vuurwerk lijkt in het rijtje te passen van consumentengoederen als de afwasmachine, stofzuiger en zwart-wit televisie die in die jaren voor steeds meer mensen bereikbaar werden. "Een aanwijzing is ook dat de voorganger van het TNO in 1955 voor het eerst uittestte of het vuurwerk voor gewone mensen wel veilig genoeg was", zegt Wijngaarden.

Democratiseren
Een rondgang in de kranten uit de jaren vijftig bevestigt het beeld dat halverwege de jaren vijftig het gebruik van vuurwerk 'democratiseerde'. Tijdens de overgang van 1952 naar 1953 had de politie in veel steden het druk vanwege vreugdevuurtjes. De politie van Den Haag had de handen vol aan sneeuwbalgevechten - het had die avond flink gesneeuwd - die onder baldadige jongeren uitbraken in de stad.

Twee jaar later meldde De Telegraaf echter dat het overal in het land tijdens de jaarwisseling onrustig was geweest door het afsteken van vuurwerk. Een paar dagen later kwam de politie met het advies het vuurwerk niet langer vast te houden dan 'strikt noodzakelijk', omdat er zoveel ongelukken waren gebeurd. De Waarheid berichtte dat een Amsterdamse vrouw vuurwerk tegen haar rug had gekregen en dat er daardoor een gat in haar jumper brandde. Vanaf 1955 zijn er bijna geen nieuwjaarskranten meer te vinden zonder berichten over ongelukken met vuurwerk.

Harde cijfers over de verkoop van consumentenvuurwerk zijn er niet. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft vuurwerkwinkels nooit als een aparte branche onderscheiden. Enige houvast bieden de berichten die vanaf eind jaren zestig in de eerste week van januari tot het vaste repertoire van kranten zijn gaan behoren. In 1967 ging er voor drie miljoen gulden de lucht in, 'liefst 25 procent meer dan vorig jaar'. Elk jaar werd er weer een record gebroken. .

http://www.trouw.nl/tr/nl/6700/Wete...et-de-Pet-knalt-pas-sinds-jaren-vijftig.dhtml

media_xl_3444539.jpg
 

roelz

Registered User
Hmm, een en ander toch weer net even anders neer gezet dan oorspronkelijk bedoeld tijdens de interviews. Maar goed.. Zo vind ik mezelf geen vuurwerk kenner maar meer nostalgist.. :grin:
 
Laatst bewerkt:

sprinkhaan

Registered User
Heel eerlijk. Ik vind het niet zo'n positief stuk omdat bewust de traditie status word aangevallen, subtiel, maar wel aangevallen.
 
Laatst bewerkt:

Moontan

Moderator
Medewerker
Roel zijn stelling is in ieder geval juist.
De vuurwerktraditie bestaat al sinds de 18e eeuw. Sla de digitale oude krantenknipsels er maar op na.
Dat de traditie pas in de jaren 50 zo enorm populair is geworden komt natuurlijk door de welvaart en het goedkopere vuurwerk uit China.
En de eerste jaren na de Tweede wereldoorlog hadden maar weinig mensen zin in geknal op oudejaarsavond.
 

nismo

Registered User
Wat ik proef aan dit stuk of je het helemaal niet eens bent met het feit dat consumenten vuurwerk Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed is geworden. Nu weten wij vuurwerkliefhebbers beter, maar dat is wel wat je er uit haalt. Want eigenlijk is het nog helemaal niet zo oud volgens jou.??
Zo is het neer gezet.
 

Baron van lunt zu sas

Registered User
Wat ik proef aan dit stuk of je het helemaal niet eens bent met het feit dat consumenten vuurwerk Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed is geworden. Nu weten wij vuurwerkliefhebbers beter, maar dat is wel wat je er uit haalt. Want eigenlijk is het nog helemaal niet zo oud volgens jou.??
Zo is het neer gezet.
Nou, dat is dan een mening die ik niet deel. Het is een informatief stuk waar een journalist, met zijn beperkte kennis over het onderwerp, een leesbaar artikeltje probeert samen te stellen aan de hand van een gesprek met een ware liefhebber.
De feiten kloppen, er is niks mis mee als Jan met de Pet iets zelf gaat doen wat al ruim 150 jaar geworteld is in dit land.
Zoals Pasen nu gevierd wordt is ook niet hetzelfde als veertig laar geleden.

Hockey en tennis waren elitesporten en zijn nu ook bereikbaar voor J Md P.
Wij van de Rotary juigen dit toe :XD:
 

GMP82

Zilveren Member
Er zit een wat negatieve noot in, maar ècht zwaar negatief vind ik het nu ook weer niet.

Wat ik wel vreemd vind, is dat er blijkbaar wel geïnformeerd is bij Roel, maar niet bij de partij waar het een weerwoord op is (BCN). Had op zich netjes geweest, alvorens een respons-stuk te schrijven.
 

Bonbridge

Registered User
Er zit een wat negatieve noot in, maar ècht zwaar negatief vind ik het nu ook weer niet.

Wat ik wel vreemd vind, is dat er blijkbaar wel geïnformeerd is bij Roel, maar niet bij de partij waar het een weerwoord op is (BCN). Had op zich netjes geweest, alvorens een respons-stuk te schrijven.


Als veteraan en verzamelaar van oude vuurwerk catalogi kan ik melden dat de Firma Ruijsch uit Utrecht al zeker sinds 1900 vuurwerk levert aan particulieren.

Het afsteken van vuurwerk door consumenten gebeurt dus al meer dan 100 jaar in Nederland.
 

GMP82

Zilveren Member
Als veteraan en verzamelaar van oude vuurwerk catalogi kan ik melden dat de Firma Ruijsch uit Utrecht al zeker sinds 1900 vuurwerk levert aan particulieren.

Het afsteken van vuurwerk door consumenten gebeurt dus al meer dan 100 jaar in Nederland.

Dat klopt, op de geschiedenis pagina van vuurwerktraditie.nl vermelden wij dit ook. Er zijn zelfs krantenknipsels uit 18e eeuw die dit al bevestigen.
Alleen niet voor iedereen bereikbaar... (Jan met de Pet dus niet)
 

Moontan

Moderator
Medewerker
In de loop der tijd ontstond tevens het gebruik en de mogelijkheid, dat de (gegoede) burger zèlf (consumenten)vuurwerk kocht en afstak met oud en nieuw. Er zijn aanwijzingen (krantenknipsels 18e eeuw!) dat dit reeds eeuwen gebeurt, met een duidelijke toename in de loop van de 20e eeuw. Mogelijk is dit gebruik gefaciliteerd door het groeiende aantal Chinese immigranten begin 20e eeuw. Al hebben globalisering (transport), groeiende welvaart (consumptiemaatschappij) en technische ontwikkelingen (massaproductie) ook bijgedragen aan de groeimogelijkheden.
De aanschaf van vuurwerk was aanvankelijk alleen mogelijk voor de rijkere elite, omdat vuurwerk relatief duur was en de overgrote meerderheid van mensen had (vlak voor, tijdens en direct na WO II) weinig te besteden. Het consumentenvuurwerk kwam in die periode nog veelal van vuurwerkfabrieken van eigen bodem (o.a. Schuurmans-Leeuwarden vanaf 1821, KAT- Leiden vanaf 1826, G.J. Ruysch-Utrecht ook vanaf 19e eeuw) of uit Duitsland. Het ging hierbij voornamelijk om knalvuurwerk, fonteinen en pijlen. Vuurwerk werd gebruikt op een vergelijkbare manier als dat we dat nu kennen. Op straat, met vrienden, familie en buren in een gezellige sfeer, onder het genot van oliebollen, appelflappen en eventueel champagne.

In de jaren ’50 en (vooral) de jaren ’60 en ’70 nam de welvaart -en daarmee de massaconsumptie – geleidelijk toe en daarmee ook het aantal (potentiële) vuurwerkconsumenten. Mede om aan deze vraag te voldoen – en omdat er geld aan te verdienen viel – werd er consumentenvuurwerk uit China geïmporteerd. Het aantal importeurs nam flink toe, wat de concurrentie voor de Nederlandse fabrieken sterk vergrootte. Dit Chinese consumentenvuurwerk was door de lage lonen in China veel voordeliger, zodat het bereikbaar werd voor een veel groter publiek.
Juist door deze toename van vuurwerkconsumptie in de jaren ’60 en ’70 en daarmee dus ook de toename van afgestoken vuurwerk, ontstond er behoefte aan regulering en voorlichting. Aanvankelijk was e.e.a. vooral via plaatselijke politieverordeningen geregeld, zo kon in 1978 nog twee weken lang vuurwerk verkocht worden. Een schril contrast tegen de drie dagen van nu.

uit:
http://www.behoudconsumentenvuurwerknederland.nl/index.php/geschiedenis/
 
Bovenaan