De bijzondere relatie van onze noorderburen met vuurwerk: “Het is bij uitstek iets waarbij Nederlanders tegen elkaar kunnen opbieden”
Buitenland - Het eindejaar nadert met rasse schreden en de Nederlanders steken weer massaal de grens over om hun koffers op Belgisch grondgebied vol te laden met knalgoed. Maar waar komt die vuurwerkgekte vandaan? En waarom zit het schijnbaar in het Nederlandse DNA verweven? We vroegen het Irene Stengs (64), een Nederlandse expert op het gebied van antropologie en cultuur. “Het competitieve is belangrijk. Wie heeft de mooiste, schiet het hoogste en kan het hardste knallen?”
Ellen Goris
Irene Stengs is onderzoeker bij het Meertens Instituut, dat zich onder meer bezighoudt met onderzoek naar taal en cultuur in Nederland. Daarnaast is ze ook bijzonder hoogleraar bij de Vrije Universiteit Amsterdam waar ze werkt rond antropologie, rituelen en populaire cultuur. De geknipte persoon dus om de liefde van de Nederlanders voor vuurwerk te duiden.
Antropoloog Irene Stengs. — © Vrije Universiteit Amsterdam
De discussie over het al dan niet verbieden van vuurwerk speelt al decennia in Nederland. Hoewel er veel mensen te vinden zijn voor zo’n verbod, is het nog niet ingevoerd, behalve in 2020 en 2021 om ziekenhuizen tijdens de coronapandemie te ontlasten. Op 31 december 2023 is het afsteken van vuurwerk categorie twee toegestaan van 18 uur tot 1 januari 2 uur. Gemeenten hebben de mogelijkheid vuurwerkvrije zones in te stellen, waarbij het afsteken van vuurwerk strafbaar is. Sommige gemeenten zijn zelfs volledig vuurwerkvrij.
Baarle-Hertog is al jaren erg in trek bij Nederlandse vuurwerkfanaten. — © Jef Matthee
Oeroude traditie
Hoogleraar Irene Stengs benadrukt dat de emotie rondom vuurwerk breder moet worden begrepen. “In zijn algemeenheid gaat het bijvoorbeeld over een culturele identiteitspolitiek die al langere tijd speelt, over sentimenten rondom tradities die ‘afgepakt’ worden. Dat is een breder gevoel dat bij een deel van de mensen leeft.” Naast de kleine groep vuurwerkliefhebbers ziet ze vuurwerk als een onderdeel van unruly tradities, vergelijkbaar met paasvuren en carbid schieten. Deze tradities hebben een ingewikkelde verhouding met regelgeving door overheden. Hun competitieve dimensie – meer, hoger, harder – maakt ze extra moeilijk om onder controle te houden.”
De discussie over de negatieve gevolgen van vuurwerk, zoals gewonden, vervuiling en dierenleed, maakt het debat emotioneel beladen volgens antropoloog Irene Stengs. “De enthousiastelingen voor vuurwerk hebben voor een deel het gevoel dat er iets wordt afgepakt, in dit geval een oude traditie. Dat is het argument dat in de strijd wordt gegooid: het is typisch Nederlands, het was er altijd.”
Het is een competitie
Volgens Irene is de liefde voor vuurwerk in Nederland nauw verbonden met het belang dat aan tradities wordt toegekend. “Vuurwerk is eigenlijk nog niet zo heel lang algemeen verkrijgbaar. Het is een soort teruggrijpen op een sentiment van oeroude tradities en rituelen. Rituelen hebben vrijwel altijd de neiging om steeds groter te worden. Dat komt omdat ze zich lenen voor competitie.” Vuurwerk is bij uitstek zo’n traditie waarbij mensen tegen elkaar op kunnen bieden.
Een interessant aspect van de vuurwerkcultuur in Nederland is de competitieve aard ervan. “Vergelijk het met verbranden van de kerstbomen of de vreugdevuren met Nieuwjaar. Zo’n vreugdevuur is iets van alle tijden, aan welk feest dat dan vastzit verschilt weleens in de loop der tijden. Over die vreugdevuren hebben we in Nederland al enorme discussies gehad.”
Irene illustreert het met de vreugdevuren van Scheveningen-Dorp en Duindorp, een populair spektakel tijdens de jaarwisseling. Het is een uit de hand gelopen traditie die al standhoudt sinds de jaren tachtig. Het concept is simpel: bouw het grootste vreugdevuur met paletten. Tijdens de jaarwisseling van 2018 en 2019 veroorzaakte een stevige wind een vonkenregen waardoor tientallen branden uitsloegen. De toren van Duindorp was liefst 41,4 meter hoog.
Vreugdevuren Scheveningen & Duindorp. — © NOS
Bij vuurwerk zien we volgens Irene Stengs precies hetzelfde patroon. “Zo gaat het ook in de buurten waar je scheef wordt aangekeken als je niet van vuurwerk houdt. Wie daar woont, gaat dus voor de mooiste of de hoogste of de hardste. Die competitieve dimensie is heel belangrijk om te begrijpen waarom het aan het escaleren is. Op de Nieuwmarkt in Amsterdam hadden de cafés tot een aantal jaar geleden een competitie in het afsteken van de grootste en langste Chinese draakvlammen. Dat zijn van die enorme grote rotten met een eindknaller die echt mega is. Dat is tegen elkaar opboksen.”
Verbod op verkoop
In België kan het de weken, soms zelfs maanden, voor oudjaar druk zijn met vuurwerk kopende Nederlanders. Dat is simpelweg omdat in Nederland vuurwerk alleen verkocht mag worden de laatste drie dagen van het jaar op 29, 30 en 31 december. “In andere delen van Europa is dat beleid veel soepeler, zo ook in België. Vuurwerk kan daar altijd gekocht worden, en vooral veel eerder. Daarom zijn er dus mensen die speciaal de grens oversteken”, zegt Irene. “De diehards gaan erop uit, maar opnieuw, dat is maar een hele kleine groep in de Nederlandse samenleving. En er is een verschil tussen vuurwerk en vuurwerk. Wat er allemaal toegestaan is op het gebied van vuurwerk, dat is nog iets heel anders dan wat illegaal wordt gekocht en afgeschoten.”
Vuurwerk op straat in Maasdam. — © Jeffrey Groeneweg
Volgens Irene is het dus te kort door de bocht om te zeggen: Nederlanders houden van vuurwerk. “Er bestaat niet zoiets als een volksaard waardoor Nederlanders allemaal van vuurwerk houden. Bovendien is er graag naar kijken iets anders dan het zelf willen afsteken.”
Volgens haar wordt vuurwerk ook niet specifiek alleen in Nederland gewaardeerd. “Het is wel opwindend, en dat begrijp ik ook, om vuurwerk af te steken. Er schuilt een pyromaan in de meesten van ons. Het spectaculaire van vuurwerk heeft een effect op bijna alle mensen, niet alleen bij Nederlanders. Het is algemeen sensationeel en daarom is een vuurwerkshow ook vrijwel overal ter wereld populair.”
Bron: https://m.gva.be/cnt/dmf20231222_953...IHrF1hfw%3D%3D
Buitenland - Het eindejaar nadert met rasse schreden en de Nederlanders steken weer massaal de grens over om hun koffers op Belgisch grondgebied vol te laden met knalgoed. Maar waar komt die vuurwerkgekte vandaan? En waarom zit het schijnbaar in het Nederlandse DNA verweven? We vroegen het Irene Stengs (64), een Nederlandse expert op het gebied van antropologie en cultuur. “Het competitieve is belangrijk. Wie heeft de mooiste, schiet het hoogste en kan het hardste knallen?”
Ellen Goris
Irene Stengs is onderzoeker bij het Meertens Instituut, dat zich onder meer bezighoudt met onderzoek naar taal en cultuur in Nederland. Daarnaast is ze ook bijzonder hoogleraar bij de Vrije Universiteit Amsterdam waar ze werkt rond antropologie, rituelen en populaire cultuur. De geknipte persoon dus om de liefde van de Nederlanders voor vuurwerk te duiden.
Antropoloog Irene Stengs. — © Vrije Universiteit Amsterdam
De discussie over het al dan niet verbieden van vuurwerk speelt al decennia in Nederland. Hoewel er veel mensen te vinden zijn voor zo’n verbod, is het nog niet ingevoerd, behalve in 2020 en 2021 om ziekenhuizen tijdens de coronapandemie te ontlasten. Op 31 december 2023 is het afsteken van vuurwerk categorie twee toegestaan van 18 uur tot 1 januari 2 uur. Gemeenten hebben de mogelijkheid vuurwerkvrije zones in te stellen, waarbij het afsteken van vuurwerk strafbaar is. Sommige gemeenten zijn zelfs volledig vuurwerkvrij.
Baarle-Hertog is al jaren erg in trek bij Nederlandse vuurwerkfanaten. — © Jef Matthee
Oeroude traditie
Hoogleraar Irene Stengs benadrukt dat de emotie rondom vuurwerk breder moet worden begrepen. “In zijn algemeenheid gaat het bijvoorbeeld over een culturele identiteitspolitiek die al langere tijd speelt, over sentimenten rondom tradities die ‘afgepakt’ worden. Dat is een breder gevoel dat bij een deel van de mensen leeft.” Naast de kleine groep vuurwerkliefhebbers ziet ze vuurwerk als een onderdeel van unruly tradities, vergelijkbaar met paasvuren en carbid schieten. Deze tradities hebben een ingewikkelde verhouding met regelgeving door overheden. Hun competitieve dimensie – meer, hoger, harder – maakt ze extra moeilijk om onder controle te houden.”
De discussie over de negatieve gevolgen van vuurwerk, zoals gewonden, vervuiling en dierenleed, maakt het debat emotioneel beladen volgens antropoloog Irene Stengs. “De enthousiastelingen voor vuurwerk hebben voor een deel het gevoel dat er iets wordt afgepakt, in dit geval een oude traditie. Dat is het argument dat in de strijd wordt gegooid: het is typisch Nederlands, het was er altijd.”
Het is een competitie
Volgens Irene is de liefde voor vuurwerk in Nederland nauw verbonden met het belang dat aan tradities wordt toegekend. “Vuurwerk is eigenlijk nog niet zo heel lang algemeen verkrijgbaar. Het is een soort teruggrijpen op een sentiment van oeroude tradities en rituelen. Rituelen hebben vrijwel altijd de neiging om steeds groter te worden. Dat komt omdat ze zich lenen voor competitie.” Vuurwerk is bij uitstek zo’n traditie waarbij mensen tegen elkaar op kunnen bieden.
Een interessant aspect van de vuurwerkcultuur in Nederland is de competitieve aard ervan. “Vergelijk het met verbranden van de kerstbomen of de vreugdevuren met Nieuwjaar. Zo’n vreugdevuur is iets van alle tijden, aan welk feest dat dan vastzit verschilt weleens in de loop der tijden. Over die vreugdevuren hebben we in Nederland al enorme discussies gehad.”
Irene illustreert het met de vreugdevuren van Scheveningen-Dorp en Duindorp, een populair spektakel tijdens de jaarwisseling. Het is een uit de hand gelopen traditie die al standhoudt sinds de jaren tachtig. Het concept is simpel: bouw het grootste vreugdevuur met paletten. Tijdens de jaarwisseling van 2018 en 2019 veroorzaakte een stevige wind een vonkenregen waardoor tientallen branden uitsloegen. De toren van Duindorp was liefst 41,4 meter hoog.
Vreugdevuren Scheveningen & Duindorp. — © NOS
Bij vuurwerk zien we volgens Irene Stengs precies hetzelfde patroon. “Zo gaat het ook in de buurten waar je scheef wordt aangekeken als je niet van vuurwerk houdt. Wie daar woont, gaat dus voor de mooiste of de hoogste of de hardste. Die competitieve dimensie is heel belangrijk om te begrijpen waarom het aan het escaleren is. Op de Nieuwmarkt in Amsterdam hadden de cafés tot een aantal jaar geleden een competitie in het afsteken van de grootste en langste Chinese draakvlammen. Dat zijn van die enorme grote rotten met een eindknaller die echt mega is. Dat is tegen elkaar opboksen.”
Verbod op verkoop
In België kan het de weken, soms zelfs maanden, voor oudjaar druk zijn met vuurwerk kopende Nederlanders. Dat is simpelweg omdat in Nederland vuurwerk alleen verkocht mag worden de laatste drie dagen van het jaar op 29, 30 en 31 december. “In andere delen van Europa is dat beleid veel soepeler, zo ook in België. Vuurwerk kan daar altijd gekocht worden, en vooral veel eerder. Daarom zijn er dus mensen die speciaal de grens oversteken”, zegt Irene. “De diehards gaan erop uit, maar opnieuw, dat is maar een hele kleine groep in de Nederlandse samenleving. En er is een verschil tussen vuurwerk en vuurwerk. Wat er allemaal toegestaan is op het gebied van vuurwerk, dat is nog iets heel anders dan wat illegaal wordt gekocht en afgeschoten.”
Vuurwerk op straat in Maasdam. — © Jeffrey Groeneweg
Volgens Irene is het dus te kort door de bocht om te zeggen: Nederlanders houden van vuurwerk. “Er bestaat niet zoiets als een volksaard waardoor Nederlanders allemaal van vuurwerk houden. Bovendien is er graag naar kijken iets anders dan het zelf willen afsteken.”
Volgens haar wordt vuurwerk ook niet specifiek alleen in Nederland gewaardeerd. “Het is wel opwindend, en dat begrijp ik ook, om vuurwerk af te steken. Er schuilt een pyromaan in de meesten van ons. Het spectaculaire van vuurwerk heeft een effect op bijna alle mensen, niet alleen bij Nederlanders. Het is algemeen sensationeel en daarom is een vuurwerkshow ook vrijwel overal ter wereld populair.”
Bron: https://m.gva.be/cnt/dmf20231222_953...IHrF1hfw%3D%3D