Opzet Vuurwerkfestival net zo mistig als de avondlucht
En hatsjekidee! Nederland heeft weer een internationale titel op zijn naam gezet. Ons land is als beste uit de bus gekomen bij het Vuurwerkfestival in Scheveningen. Niet slecht, want ook China, Japan en Zuid-Korea, toch geen kleine jongens op dit gebied, deden mee.
Het is een felicitatie waard voor, eh, ja, voor wíe eigenlijk? Nergens is te vinden wie deel uitmaakten van het Nederlandse team. Evenmin hebben we de ploegen uit de andere landen de afgelopen dagen in de media zien opduiken.
Het kan natuurlijk zijn dat ze zich in alle stilte en in het diepste geheim voorbereidden om een zo goed mogelijke prestatie neer te zetten, maar dan nóg verwacht je dat ze op zeker moment hun gezicht laten zien. Of dat nu bij een persconferentie is, of gewoon, gezellig met een kopje koffie op een terras. In trainingspak of in een stijlvol colbert met daar keurig het vlaggetje van hun land opgestikt – het maakt niet uit, maar foto’s daarvan kwamen we nergens tegen.
Raar eigenlijk.
Er komen automatisch meer van dit soort vragen over het Vuurwerkfestival opborrelen. Wie van elk land nam bijvoorbeeld de kosten voor zijn rekening? Zou, om maar wat te noemen, de Spaanse regering geld hebben uitgetrokken om afgelopen vrijdag in Scheveningen een kwartierlang de avondlucht op te vrolijken met spetterende fonteinen, sterrenregens en lichtbollen die zich in enkele seconden tijd van een eenvoudig lichtpuntje ontwikkelden tot immense spektakelstukken? Of werd die Zuid-Europese inbreng betaald door de betreffende ambassade, het Spaans Verkeersbureau of het bedrijfsleven uit dat land?
Geen idee.
Een speurtocht op internet levert niet veel op. Op de site van het festival staat wel dat de ‘Nederlandse wetgeving het niet toelaat dat buitenlandse bedrijven vuurwerk afsteken in Nederland’. Dat wordt daarom gedaan door ‘een erkend Nederlands bedrijf’. Ter geruststelling – zo zal dat althans zijn bedoeld – wordt hier aan toegevoegd dat ‘tachtig procent van de exponenten van het vuurwerk uit het desbetreffende land komt’.
Wie weet wat dit betekent, mag het zeggen.
Het prikkelt in elk geval de fantasie. Want het zou dus best weleens kunnen inhouden dat de Haagse organisatoren van het festival niet veel meer hebben gedaan dan het bestellen van een fikse partij vuurwerk in elk deelnemend land. En dat dit allemaal gewoon is betaald door zowel het Scheveningse bedrijfsleven als andere Nederlandse sponsors en subsidiegevers. Daar is niets mis mee, maar dan moet je het natuurlijk geen wedstrijd meer noemen.
Maar komaan, waarom zo zuur en wantrouwend? Er was immers een, volgens de site van het Vuurwerkfestival, ‘onafhankelijke jury’ die alle presentaties heeft beoordeeld. Eh… een onafhankelijke jury? Door wie deze werd gevormd, staat er óók al niet bij. Wel is aangegeven dat deze heeft toegezien op dat nationale aandeel van ‘tachtig procent van de exponenten van het vuurwerk’ en dat deze jury moest nagaan dat elk landenteam eenzelfde budget gebruikte én dat ‘per vuurwerk maximaal tweeduizend eenheden worden afgeschoten’. Er is minstens een gespecialiseerd inspectieteam van de Verenigde Naties voor nodig om zoiets te controleren, maar kennelijk is het de leden gelukt.
Minder moeite zullen ze hebben gehad met de andere criteria, zoals de diversiteit in kleur en vorm, originaliteit en de manier waarop de shows waren opgebouwd. Hoewel. Zo makkelijk was ook dát eigenlijk weer niet, want vrijdag zal iedereen het erover eens zijn geweest dat Zuid-Korea het best was, zaterdag gold dit voor Nederland. Eigenlijk deden ze nauwelijks voor elkaar onder.
Zoiets geeft stof tot veel wikken en wegen in de jurykamer, tot langdurige en misschien wel verhitte discussies, waarbij de juryleden zich ook nog eens de presentaties van het voorgaande weekend voor de geest moesten zien te halen. Ook moesten de stemmen van het publiek worden geteld. Desondanks kon zaterdagavond een halfuur nadat de laatste knal had geklonken de uitslag al bekend worden gemaakt…
Ach, het waren vier geweldige en erg gezellige avonden met prachtig vuurwerk, waar heel veel mensen plezier aan beleefden. Dát is natuurlijk het belangrijkst van alles. Volgend jaar gaan we daarom weer kijken, ook al vertoont de opzet van het festival een opvallende overeenkomst met de avondlucht na elk afgeschoten vuurwerk: beide waren behoorlijk mistig.
http://www.denhaagdirect.nl/opzet-vuurwerkfestival-net-zo-mistig-als-de-avondlucht/
En hatsjekidee! Nederland heeft weer een internationale titel op zijn naam gezet. Ons land is als beste uit de bus gekomen bij het Vuurwerkfestival in Scheveningen. Niet slecht, want ook China, Japan en Zuid-Korea, toch geen kleine jongens op dit gebied, deden mee.
Het is een felicitatie waard voor, eh, ja, voor wíe eigenlijk? Nergens is te vinden wie deel uitmaakten van het Nederlandse team. Evenmin hebben we de ploegen uit de andere landen de afgelopen dagen in de media zien opduiken.
Het kan natuurlijk zijn dat ze zich in alle stilte en in het diepste geheim voorbereidden om een zo goed mogelijke prestatie neer te zetten, maar dan nóg verwacht je dat ze op zeker moment hun gezicht laten zien. Of dat nu bij een persconferentie is, of gewoon, gezellig met een kopje koffie op een terras. In trainingspak of in een stijlvol colbert met daar keurig het vlaggetje van hun land opgestikt – het maakt niet uit, maar foto’s daarvan kwamen we nergens tegen.
Raar eigenlijk.
Er komen automatisch meer van dit soort vragen over het Vuurwerkfestival opborrelen. Wie van elk land nam bijvoorbeeld de kosten voor zijn rekening? Zou, om maar wat te noemen, de Spaanse regering geld hebben uitgetrokken om afgelopen vrijdag in Scheveningen een kwartierlang de avondlucht op te vrolijken met spetterende fonteinen, sterrenregens en lichtbollen die zich in enkele seconden tijd van een eenvoudig lichtpuntje ontwikkelden tot immense spektakelstukken? Of werd die Zuid-Europese inbreng betaald door de betreffende ambassade, het Spaans Verkeersbureau of het bedrijfsleven uit dat land?
Geen idee.
Een speurtocht op internet levert niet veel op. Op de site van het festival staat wel dat de ‘Nederlandse wetgeving het niet toelaat dat buitenlandse bedrijven vuurwerk afsteken in Nederland’. Dat wordt daarom gedaan door ‘een erkend Nederlands bedrijf’. Ter geruststelling – zo zal dat althans zijn bedoeld – wordt hier aan toegevoegd dat ‘tachtig procent van de exponenten van het vuurwerk uit het desbetreffende land komt’.
Wie weet wat dit betekent, mag het zeggen.
Het prikkelt in elk geval de fantasie. Want het zou dus best weleens kunnen inhouden dat de Haagse organisatoren van het festival niet veel meer hebben gedaan dan het bestellen van een fikse partij vuurwerk in elk deelnemend land. En dat dit allemaal gewoon is betaald door zowel het Scheveningse bedrijfsleven als andere Nederlandse sponsors en subsidiegevers. Daar is niets mis mee, maar dan moet je het natuurlijk geen wedstrijd meer noemen.
Maar komaan, waarom zo zuur en wantrouwend? Er was immers een, volgens de site van het Vuurwerkfestival, ‘onafhankelijke jury’ die alle presentaties heeft beoordeeld. Eh… een onafhankelijke jury? Door wie deze werd gevormd, staat er óók al niet bij. Wel is aangegeven dat deze heeft toegezien op dat nationale aandeel van ‘tachtig procent van de exponenten van het vuurwerk’ en dat deze jury moest nagaan dat elk landenteam eenzelfde budget gebruikte én dat ‘per vuurwerk maximaal tweeduizend eenheden worden afgeschoten’. Er is minstens een gespecialiseerd inspectieteam van de Verenigde Naties voor nodig om zoiets te controleren, maar kennelijk is het de leden gelukt.
Minder moeite zullen ze hebben gehad met de andere criteria, zoals de diversiteit in kleur en vorm, originaliteit en de manier waarop de shows waren opgebouwd. Hoewel. Zo makkelijk was ook dát eigenlijk weer niet, want vrijdag zal iedereen het erover eens zijn geweest dat Zuid-Korea het best was, zaterdag gold dit voor Nederland. Eigenlijk deden ze nauwelijks voor elkaar onder.
Zoiets geeft stof tot veel wikken en wegen in de jurykamer, tot langdurige en misschien wel verhitte discussies, waarbij de juryleden zich ook nog eens de presentaties van het voorgaande weekend voor de geest moesten zien te halen. Ook moesten de stemmen van het publiek worden geteld. Desondanks kon zaterdagavond een halfuur nadat de laatste knal had geklonken de uitslag al bekend worden gemaakt…
Ach, het waren vier geweldige en erg gezellige avonden met prachtig vuurwerk, waar heel veel mensen plezier aan beleefden. Dát is natuurlijk het belangrijkst van alles. Volgend jaar gaan we daarom weer kijken, ook al vertoont de opzet van het festival een opvallende overeenkomst met de avondlucht na elk afgeschoten vuurwerk: beide waren behoorlijk mistig.
http://www.denhaagdirect.nl/opzet-vuurwerkfestival-net-zo-mistig-als-de-avondlucht/