Deze manier van schieten wordt in Japan nog steeds toegepast.
Onderin de mortier ligt een gloeiend stuk metaal in spiraal vorm.
Het max. kaliber wat op deze wijze verschoten wordt is 6".
De drijflading zit verpakt in zgn. Kozo-papier. Het is heel dun papier ( 0,03mm ) en heel poreus, zodat de drijflading makkelijk ontbrandt. Kozo wordt ook gebruikt om de burst-lading in te verpakken in shells.
Ook de mortieren zijn aangepast, en hebben een grotere diameter dan een normale mortier zodat de kans dat een shell blijft hangen nihil is.
Per mortier kunnen er zo'n 10 shells afgevuurd worden, waarna er weer een nieuw gloeispiraal geplaatst wordt.
Voordeel: je kunt veel shells verschieten met maar een paar mortieren.
Nadeel: de schieter en z'n assistent zitten wel naast een hoop shells - wel afgedekt natuurlijk - en moeten oppassen met vonken tijdens het vuren. Zaak is dus wel om altijd de wind in de rug te hebben.