De opslagplaatsen van Roeland Spiering worden het hele jaar door gecontroleerd. De 43-jarige eigenaar van campingwinkel Buitenhuis Beringe moet op veel zaken letten als hij ieder jaar weer begint met het verkopen van vuurwerk op 29 december. “We beginnen al ruim van tevoren met bestellingen klaarmaken en het vuurwerk opslaan.
De winkel is één van de grootste verkopers van vuurwerk in de regio. Dat merkt Roeland ook aan de klanten die er komen. “Ze komen vanuit de driehoek Venlo-Roermond-Weert hiernaartoe om het vuurwerk in te slaan. Ik verkoop het hele jaar door vuurwerk, maar rond Nieuwjaar mag je ook zwaarder spul aan de man brengen. Per persoon mag je dan 25 kilo vuurwerk meenemen. Een beetje een rare regel, want als ver***koper kan ik niet zien wat er al in de auto zit. Ze kunnen dus naar de volgende winkel rijden en daar wederom 25 kilo inslaan.”
De winkel kan het hele jaar door controle krijgen vanuit de overheid. “Die kijken dan of we de opslagruimtes goed bijhouden en constant op orde hebben”, vertelt Roeland. “Meestal krijgen we in november een keer bezoek van de gemeente, die dan alle punten op een lijstje afvinkt. Tijdens de verkoopperiode op 29, 30 en 31 december komt de gemeente dan nog een keer om te checken of we ons tijdens de verkoop van het spul ook aan de regels houden.”
Want regels zijn er genoeg. Roeland heeft twee bunkers waar hij het vuurwerk kan opslaan. Die zijn gebonden aan strikte voorwaarden. “Er moeten sprinklers hangen die het hele jaar door iedere week gecontroleerd moeten worden, het vuurwerk mag niet tegen de muur komen bij de opslag, we mogen maximaal 1,60 meter hoog stapelen, de rekken moeten waterdoorlatend zijn, de deuren van de bunkers moeten zelfsluitend zijn en mogen niet met een wigje opengehouden worden, de deuren en muren moeten brandvertragend zijn en er zit natuurlijk een maximum aan de hoeveelheid kilogram vuurwerk. En dan vergeet ik er waarschijnlijk nog een paar.”
Roeland is gebonden aan het maximum van 10.000 kilogram vuurwerk dat een winkel op voorraad mag hebben. Tussen zijn twee bunkers zit een strikte scheiding. “In de ene opslag mag maximaal 8.000 kilo liggen, maar wel allemaal verpakt in dozen. In de andere mag dan weer niet meer dan 2.000 kilo gestald zijn. In die laatste hebben we alle opengemaakte dozen liggen. Voor de mensen die niet een complete doos willen, maar genoeg hebben aan één pakje rotjes bijvoorbeeld. In de winkel zelf mogen we dan nog 500 kilo hebben liggen.”
De regels zijn flink aangescherpt na de vuurwerkramp in Enschede in 2000, toen een opslagplaats ontplofte, 23 mensen het leven lieten en meer dan negenhonderd personen gewond raakten. Roeland kan zich de tijd vóór de ramp nog wel herinneren. “Toen reed ik gewoon een pallet met vuurwerk de winkel in en konden de klanten het daar vanaf pakken. Nu zit er bij het zwaardere vuurwerk een ijzeren kooi in de doos, om bij brand een eventuele explosie binnen de perken te houden. Nergens anders op de wereld hebben ze dat, alleen in Nederland. Dat vind ik een van de meest opmerkelijke regels die ze verzonnen hebben.”
Toch zijn niet alle regels verkeerd, aldus Roeland. “De familie van mijn vrouw Elma verkoopt al heel lang vuurwerk en ik hielp daar van jongs af aan al mee”, vertelt Roeland. “Ik weet nog dat de vader van Elma met een aangestoken sigaar in de mond door de opslag liep. Het is maar goed dat dat niet meer gebeurt.”
http://www.hallopeelenmaas.nl/vroeger-20151222234
De winkel is één van de grootste verkopers van vuurwerk in de regio. Dat merkt Roeland ook aan de klanten die er komen. “Ze komen vanuit de driehoek Venlo-Roermond-Weert hiernaartoe om het vuurwerk in te slaan. Ik verkoop het hele jaar door vuurwerk, maar rond Nieuwjaar mag je ook zwaarder spul aan de man brengen. Per persoon mag je dan 25 kilo vuurwerk meenemen. Een beetje een rare regel, want als ver***koper kan ik niet zien wat er al in de auto zit. Ze kunnen dus naar de volgende winkel rijden en daar wederom 25 kilo inslaan.”
De winkel kan het hele jaar door controle krijgen vanuit de overheid. “Die kijken dan of we de opslagruimtes goed bijhouden en constant op orde hebben”, vertelt Roeland. “Meestal krijgen we in november een keer bezoek van de gemeente, die dan alle punten op een lijstje afvinkt. Tijdens de verkoopperiode op 29, 30 en 31 december komt de gemeente dan nog een keer om te checken of we ons tijdens de verkoop van het spul ook aan de regels houden.”
Want regels zijn er genoeg. Roeland heeft twee bunkers waar hij het vuurwerk kan opslaan. Die zijn gebonden aan strikte voorwaarden. “Er moeten sprinklers hangen die het hele jaar door iedere week gecontroleerd moeten worden, het vuurwerk mag niet tegen de muur komen bij de opslag, we mogen maximaal 1,60 meter hoog stapelen, de rekken moeten waterdoorlatend zijn, de deuren van de bunkers moeten zelfsluitend zijn en mogen niet met een wigje opengehouden worden, de deuren en muren moeten brandvertragend zijn en er zit natuurlijk een maximum aan de hoeveelheid kilogram vuurwerk. En dan vergeet ik er waarschijnlijk nog een paar.”
Roeland is gebonden aan het maximum van 10.000 kilogram vuurwerk dat een winkel op voorraad mag hebben. Tussen zijn twee bunkers zit een strikte scheiding. “In de ene opslag mag maximaal 8.000 kilo liggen, maar wel allemaal verpakt in dozen. In de andere mag dan weer niet meer dan 2.000 kilo gestald zijn. In die laatste hebben we alle opengemaakte dozen liggen. Voor de mensen die niet een complete doos willen, maar genoeg hebben aan één pakje rotjes bijvoorbeeld. In de winkel zelf mogen we dan nog 500 kilo hebben liggen.”
De regels zijn flink aangescherpt na de vuurwerkramp in Enschede in 2000, toen een opslagplaats ontplofte, 23 mensen het leven lieten en meer dan negenhonderd personen gewond raakten. Roeland kan zich de tijd vóór de ramp nog wel herinneren. “Toen reed ik gewoon een pallet met vuurwerk de winkel in en konden de klanten het daar vanaf pakken. Nu zit er bij het zwaardere vuurwerk een ijzeren kooi in de doos, om bij brand een eventuele explosie binnen de perken te houden. Nergens anders op de wereld hebben ze dat, alleen in Nederland. Dat vind ik een van de meest opmerkelijke regels die ze verzonnen hebben.”
Toch zijn niet alle regels verkeerd, aldus Roeland. “De familie van mijn vrouw Elma verkoopt al heel lang vuurwerk en ik hielp daar van jongs af aan al mee”, vertelt Roeland. “Ik weet nog dat de vader van Elma met een aangestoken sigaar in de mond door de opslag liep. Het is maar goed dat dat niet meer gebeurt.”
http://www.hallopeelenmaas.nl/vroeger-20151222234