Zeeuwse jeugd wacht nog met knallen
Donderdag 15 december 2005 - TERNEUZEN – Bij het Haltbureau in Terneuzen heeft zich dit jaar nog niet één vuurwerkovertreder gemeld. Vorig jaar belandden er nog 35 overtreders bij Halt in Zeeuws-Vlaanderen. „Het is voor ons ook een raadsel.“
Patricia de Smit, medewerkster van Halt Zeeuws-Vlaanderen, kan niet verklaren waarom het bureau nog geen vuurwerkovertreders heeft ‘gekregen’ van de politie.
„Eigenlijk zou het al moeten lopen. Normaal beginnen jongeren eind november, begin december met het afsteken van vuurwerk“, stelt De Smit.
Halt verzorgt elk jaar een voorlichtingscampagne over vuurwerk.
Medewerkers bezoeken scholen met een informatiepakket om les te geven over veilig vuurwerk afsteken.
„Misschien begint de voorlichting eindelijk te werken, misschien hebben jongeren geen zin om nu al vuurwerk af te steken.“
Jongeren kunnen bij Halt terecht komen na vier verschillende vuurwerkovertredingen: het bezit van illegaal of ondeugdelijk vuurwerk, het bezit van meer dan tien kilo vuurwerk, het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden of het overtreden van plaatselijke verordeningen met betrekking tot vuurwerk.
In andere delen van het land hebben zich al wel overtreders gemeld. Vorig jaar stuurde de politie landelijk 4313 jongeren door na Halt na een vuurwerkovertreding.
Bij het bureau in Breda hebben zich dit jaar al 27 jongeren gemeld, in West-Brabant (bureau Roosendaal) 5 en in Tilburg 16.
„Het gaat in de meeste gevallen om jongens tussen de dertien en vijftien“, zegt Paula Schoormans, woordvoerster van Halt in Brabant. „Meisjes zijn over het algemeen wat banger voor vuurwerk. De werkstraf die jongeren voor vuurwerkovertredingen krijgen hangt af van hun leeftijd, de ernst van de overtreding en eventuele eerdere confrontaties met bureau Halt.“
De overtredingen van de doorgestuurde groep zijn divers, vertelt Schoormans. „Er lopen jongeren rond met illegaal vuurwerk, zoals strijkers. Andere jongeren zien op straat al vuurwerk liggen dat anderen hebben afgestoken, krijgen zelf zin om iets met vuurwerk te doen en halen overgebleven vuurpijlen van vorig jaar tevoorschijn.“
Oud vuurwerk is volgens de Haltmedewerkster levensgevaarlijk. „Het gebruik van verouderd vuurwerk ligt niet alleen aan jongeren, maar ook aan hun ouders. Mensen denken niet goed na, vinden het zonde overgebleven vuurwerk weg te gooien. Maar in een jaar tijd kan de samenstelling van vuurwerk veranderen. Het kruit wordt droger, dus gevaarlijker.“
Donderdag 15 december 2005 - TERNEUZEN – Bij het Haltbureau in Terneuzen heeft zich dit jaar nog niet één vuurwerkovertreder gemeld. Vorig jaar belandden er nog 35 overtreders bij Halt in Zeeuws-Vlaanderen. „Het is voor ons ook een raadsel.“
Patricia de Smit, medewerkster van Halt Zeeuws-Vlaanderen, kan niet verklaren waarom het bureau nog geen vuurwerkovertreders heeft ‘gekregen’ van de politie.
„Eigenlijk zou het al moeten lopen. Normaal beginnen jongeren eind november, begin december met het afsteken van vuurwerk“, stelt De Smit.
Halt verzorgt elk jaar een voorlichtingscampagne over vuurwerk.
Medewerkers bezoeken scholen met een informatiepakket om les te geven over veilig vuurwerk afsteken.
„Misschien begint de voorlichting eindelijk te werken, misschien hebben jongeren geen zin om nu al vuurwerk af te steken.“
Jongeren kunnen bij Halt terecht komen na vier verschillende vuurwerkovertredingen: het bezit van illegaal of ondeugdelijk vuurwerk, het bezit van meer dan tien kilo vuurwerk, het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden of het overtreden van plaatselijke verordeningen met betrekking tot vuurwerk.
In andere delen van het land hebben zich al wel overtreders gemeld. Vorig jaar stuurde de politie landelijk 4313 jongeren door na Halt na een vuurwerkovertreding.
Bij het bureau in Breda hebben zich dit jaar al 27 jongeren gemeld, in West-Brabant (bureau Roosendaal) 5 en in Tilburg 16.
„Het gaat in de meeste gevallen om jongens tussen de dertien en vijftien“, zegt Paula Schoormans, woordvoerster van Halt in Brabant. „Meisjes zijn over het algemeen wat banger voor vuurwerk. De werkstraf die jongeren voor vuurwerkovertredingen krijgen hangt af van hun leeftijd, de ernst van de overtreding en eventuele eerdere confrontaties met bureau Halt.“
De overtredingen van de doorgestuurde groep zijn divers, vertelt Schoormans. „Er lopen jongeren rond met illegaal vuurwerk, zoals strijkers. Andere jongeren zien op straat al vuurwerk liggen dat anderen hebben afgestoken, krijgen zelf zin om iets met vuurwerk te doen en halen overgebleven vuurpijlen van vorig jaar tevoorschijn.“
Oud vuurwerk is volgens de Haltmedewerkster levensgevaarlijk. „Het gebruik van verouderd vuurwerk ligt niet alleen aan jongeren, maar ook aan hun ouders. Mensen denken niet goed na, vinden het zonde overgebleven vuurwerk weg te gooien. Maar in een jaar tijd kan de samenstelling van vuurwerk veranderen. Het kruit wordt droger, dus gevaarlijker.“
wat een achterlijke mensen zeg.|