Ontwerp besluit van tot wijziging van het Vuurwerkbesluit (beperking periode consumentenvuurwerk)
Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie; Gelet op artikel 9.2.2.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van, nr. ); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, nr. IenM/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Vuurwerkbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.3.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. “29, 30 en 31 december” wordt vervangen door: 30 en 31 december.
2. “28 december” wordt vervangen door: 29 december.
B
In artikel 2.3.6 wordt “tussen 31 december 10.00 uur en 1 januari 02.00 uur” vervangen door: tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur.
2
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
3
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Het onderhavige besluit strekt tot een inperking in het Vuurwerkbesluit van de afsteek- en verkooptijden van consumentenvuurwerk rond de jaarwisseling.
Nederland kent een lange traditie van het afsteken van consumentenvuurwerk rond de jaarwisseling. In opeenvolgende jaren is er echter een toenemende roep vanuit de samenleving om de overlast veroorzaakt door het afsteken van het vuurwerk terug te dringen. Daarbij ligt het niet in de rede een algeheel verbod in te stellen. Daarvoor is de traditie te diep geworteld. De wijze waarop aan deze traditie uitvoering wordt gegeven heeft wel in toenemende mate tot overlast en onveiligheid geleid. De overlast wordt daarbij voor een groot deel veroorzaakt door het afsteken van illegaal vuurwerk, maar werd ook veroorzaakt door het (voortijdig) afsteken van legaal vuurwerk dat vanaf 29 december verkocht mocht worden en alleen op de laatste dag van het jaar vanaf 10 uur ’s ochtends tot 02.00 uur ’s nachts afgestoken mocht worden. Het vroeg kunnen afsteken van dit vuurwerk is niet langer acceptabel vanwege de maatschappelijke overlast die dit met zich meebrengt. Daarom beperkt het onderhavige besluit de afsteektijden tot de periode tussen 18.00 uur ’s avonds en 02.00 ’s nachts. Door het begin van de afsteektijd terug te brengen van 10.00 uur ‘s ochtends naar 18.00 uur ’s avonds, wordt oudejaarsdag overdag weer een normale dag waarop mensen ongehinderd de publieke ruimte kunnen betreden. Omdat de overlast van vroegtijdig afsteken van vuurwerk samenhangt met het moment van verkoop, zijn tevens de verkoopdagen beperkt van 3 naar 2 verkoopdagen.
Gevolgen voor het bedrijfsleven en burgers
De administratieve lasten rond verkooptijden die uit het Vuurwerkbesluit voortvloeien, hebben betrekking op de melding voorafgaand aan het afleveren van consumentenvuurwerk aan groothandelaren. De betreffende administratieve lasten bedragen per jaar naar schatting circa €100.000. De onderhavige wijziging brengt daar geen verandering in. Aan het onderhavige besluit zijn als zodanig derhalve geen administratieve lasten verbonden.
De beperking van het aantal verkoopdagen kan van invloed zijn op logistieke handelingen rond het vervoer van vuurwerk naar opslaglocaties van verkooppunten. De logistieke aanpassing houdt in dat dezelfde hoeveelheid vrachtwagens met vuurwerk naar de winkels moeten gaan rijden in een kortere periode. Het valt niet te verwachten dat de nalevingskosten hierdoor stijgen.
Handhaving en consultatie
De inperking van de verkoop- en afsteektijden zal meer strafrechtelijke handhavingscapaciteit vergen. De maatregelen zijn besproken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, gemeentebestuurders, het Openbaar Ministerie (OM), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), politie en Douane. Genoemde instanties onderschrijven de wenselijkheid van capaciteit en inzet hierop.
4 Inspraak
Notificatie Het besluit past binnen de mogelijkheden die de EU-Pyrorichtlijn aan lidstaten biedt om in het belang van openbare orde of veiligheid, of omwille van milieubescherming maatregelen te nemen om het bezit, gebruik en/of verkoop aan het grote publiek te verbieden of te beperken. Tevens wordt de beperking van de verkoop- en afsteektijden verenigbaar geacht met het vrij verkeer van goederen binnen de interne markt.
Een ontwerp van het besluit is op …2014 gemeld aan de Commissie van de Europese Unie, notificatienummer…, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48 EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217; notificatierichtlijn).
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Onderdeel A bevat de inperking van de verkoopdagen tot twee dagen voor Nieuwjaarsdag. In het algemeen deel van de toelichting is de relatie met de beperking van de afsteektijden toegelicht.
Artikel I, onderdeel B
Onderdeel B bevat de inperking van de afsteektijden. In het algemeen deel van de toelichting is deze beperking toegelicht.
Artikel II
Gelet op de wenselijkheid om zo spoedig mogelijk over te gaan tot de inperking van de verkoop- en afsteektijden, is het de bedoeling het besluit vóór 29 december 2014 in werking te laten treden. Daarbij zal derhalve worden afgeweken van de vaste verandermomenten.
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
Wilma J. Mansveld
Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie; Gelet op artikel 9.2.2.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van, nr. ); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, nr. IenM/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Vuurwerkbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.3.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. “29, 30 en 31 december” wordt vervangen door: 30 en 31 december.
2. “28 december” wordt vervangen door: 29 december.
B
In artikel 2.3.6 wordt “tussen 31 december 10.00 uur en 1 januari 02.00 uur” vervangen door: tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur.
2
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
3
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Het onderhavige besluit strekt tot een inperking in het Vuurwerkbesluit van de afsteek- en verkooptijden van consumentenvuurwerk rond de jaarwisseling.
Nederland kent een lange traditie van het afsteken van consumentenvuurwerk rond de jaarwisseling. In opeenvolgende jaren is er echter een toenemende roep vanuit de samenleving om de overlast veroorzaakt door het afsteken van het vuurwerk terug te dringen. Daarbij ligt het niet in de rede een algeheel verbod in te stellen. Daarvoor is de traditie te diep geworteld. De wijze waarop aan deze traditie uitvoering wordt gegeven heeft wel in toenemende mate tot overlast en onveiligheid geleid. De overlast wordt daarbij voor een groot deel veroorzaakt door het afsteken van illegaal vuurwerk, maar werd ook veroorzaakt door het (voortijdig) afsteken van legaal vuurwerk dat vanaf 29 december verkocht mocht worden en alleen op de laatste dag van het jaar vanaf 10 uur ’s ochtends tot 02.00 uur ’s nachts afgestoken mocht worden. Het vroeg kunnen afsteken van dit vuurwerk is niet langer acceptabel vanwege de maatschappelijke overlast die dit met zich meebrengt. Daarom beperkt het onderhavige besluit de afsteektijden tot de periode tussen 18.00 uur ’s avonds en 02.00 ’s nachts. Door het begin van de afsteektijd terug te brengen van 10.00 uur ‘s ochtends naar 18.00 uur ’s avonds, wordt oudejaarsdag overdag weer een normale dag waarop mensen ongehinderd de publieke ruimte kunnen betreden. Omdat de overlast van vroegtijdig afsteken van vuurwerk samenhangt met het moment van verkoop, zijn tevens de verkoopdagen beperkt van 3 naar 2 verkoopdagen.
Gevolgen voor het bedrijfsleven en burgers
De administratieve lasten rond verkooptijden die uit het Vuurwerkbesluit voortvloeien, hebben betrekking op de melding voorafgaand aan het afleveren van consumentenvuurwerk aan groothandelaren. De betreffende administratieve lasten bedragen per jaar naar schatting circa €100.000. De onderhavige wijziging brengt daar geen verandering in. Aan het onderhavige besluit zijn als zodanig derhalve geen administratieve lasten verbonden.
De beperking van het aantal verkoopdagen kan van invloed zijn op logistieke handelingen rond het vervoer van vuurwerk naar opslaglocaties van verkooppunten. De logistieke aanpassing houdt in dat dezelfde hoeveelheid vrachtwagens met vuurwerk naar de winkels moeten gaan rijden in een kortere periode. Het valt niet te verwachten dat de nalevingskosten hierdoor stijgen.
Handhaving en consultatie
De inperking van de verkoop- en afsteektijden zal meer strafrechtelijke handhavingscapaciteit vergen. De maatregelen zijn besproken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, gemeentebestuurders, het Openbaar Ministerie (OM), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), politie en Douane. Genoemde instanties onderschrijven de wenselijkheid van capaciteit en inzet hierop.
4 Inspraak
Notificatie Het besluit past binnen de mogelijkheden die de EU-Pyrorichtlijn aan lidstaten biedt om in het belang van openbare orde of veiligheid, of omwille van milieubescherming maatregelen te nemen om het bezit, gebruik en/of verkoop aan het grote publiek te verbieden of te beperken. Tevens wordt de beperking van de verkoop- en afsteektijden verenigbaar geacht met het vrij verkeer van goederen binnen de interne markt.
Een ontwerp van het besluit is op …2014 gemeld aan de Commissie van de Europese Unie, notificatienummer…, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48 EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217; notificatierichtlijn).
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Onderdeel A bevat de inperking van de verkoopdagen tot twee dagen voor Nieuwjaarsdag. In het algemeen deel van de toelichting is de relatie met de beperking van de afsteektijden toegelicht.
Artikel I, onderdeel B
Onderdeel B bevat de inperking van de afsteektijden. In het algemeen deel van de toelichting is deze beperking toegelicht.
Artikel II
Gelet op de wenselijkheid om zo spoedig mogelijk over te gaan tot de inperking van de verkoop- en afsteektijden, is het de bedoeling het besluit vóór 29 december 2014 in werking te laten treden. Daarbij zal derhalve worden afgeweken van de vaste verandermomenten.
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
Wilma J. Mansveld