België: Aangepaste indeling voor vuurwerk en andere pyrotechnische artikelen
Nieuws - 18/06/2013
-
Auteur Carine Govaert
Het ministerieel besluit van 7 juni 2013 sleutelt aan de huidige indeling van de pyrotechnische artikelen in 3 grote groepen: ‘feestvuurwerk’, ‘spektakelvuurwerk’, en ‘vuurwerk voor technisch gebruik of seinvuurwerk’. De opsplitsing in 3 grote groepen blijft, maar binnen de groepen vinden er verschuivingen plaats. Zo wordt de uitzondering voor de grote vuurpijlen geschrapt uit de groep met feestvuurwerk, en wordt het vuurwerk voor theatergebruik expliciet ondergebracht in de groep van het spektakelvuurwerk.
Feestvuurwerk
Feestvuurwerk is volgens het nieuwe MB álle vuurwerk van categorie 1 en 2. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt naargelang de subklasse die het vuurwerk kreeg in uitvoering van het Europees Verdrag betreffende het Internationaal Vervoer van Gevaarlijke Goederen over de Weg (ADR). En het onderscheid volgens de springlading van de vuurpijlen, valt eveneens weg.
Vuurwerk van categorie 1 is nog steeds “vuurwerk dat zeer weinig gevaar én een te verwaarlozen geluidsniveau oplevert, en dat bestemd is voor gebruik in een besloten ruimte, inclusief vuurwerk dat bestemd is voor gebruik binnenshuis”. Vuurwerk van categorie 2 is en blijft “vuurwerk dat weinig gevaar én een laag geluidsniveau oplevert en dat bestemd is voor gebruik buitenshuis in een afgebakende plaats”.
Feestvuurwerk mag verkocht worden aan particulieren en is aan strenge veiligheidsvoorschriften onderworpen.
Grote hoeveelheden feestvuurwerk
Als de hoeveelheid feestvuurwerk echter hoger is dan wat een particulier bij zich mag hebben in uitvoering van het KB op de Springstoffen, dan moet het vuurwerk verpakt zijn volgens de regels voor de classificatiecodes 1.4G (UN0336) of 1.4S (UN0337) van het ADR. De persoon die verantwoordelijk is voor het transport of de opslag, moet op elk moment een goedkeuringscertificaat voor classificatie kunnen voorleggen. Als het goedkeuringscertificaat niet bevestigt dat aan de 1.4G- of 1.4S-regels is voldaan, wordt het vuurwerk beschouwd als spektakelvuurwerk, in plaats van als feestvuurwerk.
Spektakelvuurwerk
Spektakelvuurwerk bestaat normaal gezien uit alle vuurwerk van categorie 3 of 4, én uit de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorieën T1 en T2.
Vuurwerk van categorie 3 is “vuurwerk dat middelmatig gevaar oplevert en bestemd is voor gebruik buitenshuis in een grote open ruimte, en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid. Dat van categorie 4 is, “vuurwerk dat veel gevaar oplevert en uitsluitend bestemd is voor gebruik door personen met gespecialiseerde kennis – veelal ‘vuurwerk voor professioneel gebruik genoemd’ – en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid. ‘T1’ staat voor “pyrotechnische artikels voor podiumgebruik met gering gevaar”. ‘T2’, voor “pyrotechnische artikels voor podiumgebruik die uitsluitend bestemd zijn om door personen met gespecialiseerde kennis te worden gebruikt”.
Voor het opslaan van spektakelvuurwerk is een bijzondere vergunning nodig.
Vuurwerk voor technisch gebruik of seinvuurwerk
De derde en laatste groep wordt gevormd door het vuurwerk voor technisch gebruik of seinvuurwerk van de categorieën P1 en P2.
Hier staat ‘P1’ voor “ándere pyrotechnische artikels dan vuurwerk of pyrotechnische artikels voor theatergebruik, die weinig gevaar opleveren”. ‘P2’ omvat de “ándere pyrotechnische artikels dan vuurwerk of pyrotechnische artikels voor theatergebruik, die uitsluitend bestemd zijn om door personen met gespecialiseerde kennis te worden gehanteerd of gebruikt”.
Vanaf 27 juni of 4 juli 2013
Het ministerieel besluit met de bijgestuurde indeling van de pyrotechnische artikelen treedt in werking op 27 juni 2013. Het oude besluit van 9 december 2010 wordt dan opgeheven.
Pyrotechnische artikelen met EG-keurmerk mogen in ons land vrij in de handel gebracht worden. Die maatregel geldt al sinds 4 juli 2010 voor het feestvuurwerk en het spektakelvuurwerk van categorie 3. En ze zal op 4 juli 2013 ingaan voor spektakelvuurwerk van categorie 4, pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, en andere pyrotechnische artikelen.
De ‘personen met gespecialiseerde kennis’ moeten, eveneens tegen 4 juli van dit jaar, in het bezit zijn van een kwalificatiecertificaat dat aantoont dat zij voldoen aan de vereisten van de NBN EN ISO/IEC 17024-norm.
Oude vergunningen voor feestvuurwerk blijven op Belgisch grondgebied nog geldig tot hun vervaldatum, en uiterlijk tot 4 juli 2017.
Bron: Ministerieel besluit van 7 juni 2013 tot indeling van pyrotechnische artikelen, BS 17 juni 2013.
Nieuws - 18/06/2013
-
Auteur Carine Govaert
Het ministerieel besluit van 7 juni 2013 sleutelt aan de huidige indeling van de pyrotechnische artikelen in 3 grote groepen: ‘feestvuurwerk’, ‘spektakelvuurwerk’, en ‘vuurwerk voor technisch gebruik of seinvuurwerk’. De opsplitsing in 3 grote groepen blijft, maar binnen de groepen vinden er verschuivingen plaats. Zo wordt de uitzondering voor de grote vuurpijlen geschrapt uit de groep met feestvuurwerk, en wordt het vuurwerk voor theatergebruik expliciet ondergebracht in de groep van het spektakelvuurwerk.
Feestvuurwerk
Feestvuurwerk is volgens het nieuwe MB álle vuurwerk van categorie 1 en 2. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt naargelang de subklasse die het vuurwerk kreeg in uitvoering van het Europees Verdrag betreffende het Internationaal Vervoer van Gevaarlijke Goederen over de Weg (ADR). En het onderscheid volgens de springlading van de vuurpijlen, valt eveneens weg.
Vuurwerk van categorie 1 is nog steeds “vuurwerk dat zeer weinig gevaar én een te verwaarlozen geluidsniveau oplevert, en dat bestemd is voor gebruik in een besloten ruimte, inclusief vuurwerk dat bestemd is voor gebruik binnenshuis”. Vuurwerk van categorie 2 is en blijft “vuurwerk dat weinig gevaar én een laag geluidsniveau oplevert en dat bestemd is voor gebruik buitenshuis in een afgebakende plaats”.
Feestvuurwerk mag verkocht worden aan particulieren en is aan strenge veiligheidsvoorschriften onderworpen.
Grote hoeveelheden feestvuurwerk
Als de hoeveelheid feestvuurwerk echter hoger is dan wat een particulier bij zich mag hebben in uitvoering van het KB op de Springstoffen, dan moet het vuurwerk verpakt zijn volgens de regels voor de classificatiecodes 1.4G (UN0336) of 1.4S (UN0337) van het ADR. De persoon die verantwoordelijk is voor het transport of de opslag, moet op elk moment een goedkeuringscertificaat voor classificatie kunnen voorleggen. Als het goedkeuringscertificaat niet bevestigt dat aan de 1.4G- of 1.4S-regels is voldaan, wordt het vuurwerk beschouwd als spektakelvuurwerk, in plaats van als feestvuurwerk.
Spektakelvuurwerk
Spektakelvuurwerk bestaat normaal gezien uit alle vuurwerk van categorie 3 of 4, én uit de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorieën T1 en T2.
Vuurwerk van categorie 3 is “vuurwerk dat middelmatig gevaar oplevert en bestemd is voor gebruik buitenshuis in een grote open ruimte, en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid. Dat van categorie 4 is, “vuurwerk dat veel gevaar oplevert en uitsluitend bestemd is voor gebruik door personen met gespecialiseerde kennis – veelal ‘vuurwerk voor professioneel gebruik genoemd’ – en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid. ‘T1’ staat voor “pyrotechnische artikels voor podiumgebruik met gering gevaar”. ‘T2’, voor “pyrotechnische artikels voor podiumgebruik die uitsluitend bestemd zijn om door personen met gespecialiseerde kennis te worden gebruikt”.
Voor het opslaan van spektakelvuurwerk is een bijzondere vergunning nodig.
Vuurwerk voor technisch gebruik of seinvuurwerk
De derde en laatste groep wordt gevormd door het vuurwerk voor technisch gebruik of seinvuurwerk van de categorieën P1 en P2.
Hier staat ‘P1’ voor “ándere pyrotechnische artikels dan vuurwerk of pyrotechnische artikels voor theatergebruik, die weinig gevaar opleveren”. ‘P2’ omvat de “ándere pyrotechnische artikels dan vuurwerk of pyrotechnische artikels voor theatergebruik, die uitsluitend bestemd zijn om door personen met gespecialiseerde kennis te worden gehanteerd of gebruikt”.
Vanaf 27 juni of 4 juli 2013
Het ministerieel besluit met de bijgestuurde indeling van de pyrotechnische artikelen treedt in werking op 27 juni 2013. Het oude besluit van 9 december 2010 wordt dan opgeheven.
Pyrotechnische artikelen met EG-keurmerk mogen in ons land vrij in de handel gebracht worden. Die maatregel geldt al sinds 4 juli 2010 voor het feestvuurwerk en het spektakelvuurwerk van categorie 3. En ze zal op 4 juli 2013 ingaan voor spektakelvuurwerk van categorie 4, pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, en andere pyrotechnische artikelen.
De ‘personen met gespecialiseerde kennis’ moeten, eveneens tegen 4 juli van dit jaar, in het bezit zijn van een kwalificatiecertificaat dat aantoont dat zij voldoen aan de vereisten van de NBN EN ISO/IEC 17024-norm.
Oude vergunningen voor feestvuurwerk blijven op Belgisch grondgebied nog geldig tot hun vervaldatum, en uiterlijk tot 4 juli 2017.
Bron: Ministerieel besluit van 7 juni 2013 tot indeling van pyrotechnische artikelen, BS 17 juni 2013.